Afdeeling Heidelberg in zicht?
Uit een schrijven van den heer A.J. Tapper te Leeuwbank, Transvaal:
Omtrent het aanbrengen van meerdere leden en het stichten van een Heidelbergsche Afdeeling het volgende: Ik woon meer dan twee uur te paard van Balfour en dit ligt een uur sporens van Heidelberg. In Heidelbergdorp met zijn pl. m. 400 zielen, hebben de oud-Nederlanders ⅛ te vertegenwoordigen. Er bestaat echter weinig wrijving onder hen. De Engelschen en Duitschers hebben er hun vereeniging maar onze stamgenooten zijn er op dit terrein levend dood. Reeds voor den oorlog hebben we getracht er iets tot stand te brengen, doch het kindje zag maar even het levenslicht. De Nederlandsche predikant Jac. van Belkum bezit thans, door mijn correspondentie met Dr. Van Everdingen een kist met boeken, maar helaas! Jac. beklaagt zich niet dat ze zijn deur er voor plat loopen. Dat neemt niet weg, ik een dezer dagen naar Heidelberg zal gaan, de voornaamste het eerst zal opzoeken en alles wat in mijn vermogen is zal doen om meerdere leden aan te werven en zoo mogelijk eene Afdeeling van het A.N.V. te stichten. Alle oud-Nederlanders in Heidelberg zijn min of meer in goede doen. Wanneer ik slechts een geschikt helper kan krijgen, bestaat er kans op slagen. Op het Hoogeveld woont hier en daar een stamgenoot en Neerlandia, brief, statuten etc. zijn reeds ter kennisname doorgezonden. Het zal mij hoogst aangenaam zijn u later een gunstig bericht te zenden, omtrent de door mij gedane pogingen.