Het vaderland getrouwe.
Uit een brief van den heer H.V.P.C. Huizinga, prof. aan het Trinity College te Hartford, Conn., V.S.v.N.-A.
Ontvang ingesloten mijn bijdrage als lid van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Het schijnt me toe, dat de Bond zeer veel kan doen in de Vereenigde Staten van Amerika voor het bewustzijn van het Nederlanderschap. De oude ‘Knickerbockers’ hebben een goeden naam, een roep die niet weggenomen is doordat de erentfeste oude bazen dikwijls belachelijk zijn gemaakt in de Amerikaansche literatuur. Ik gevoel sterk voor mijn Vaderland en draag er trots op Nederlander te zijn. Ik noem me echter altijd een ‘Hollander’ of een ‘Netherlander’, aangezien ‘Dutch’ hier gewoonlijk met ‘Duitscher’ verward wordt.
Dit is een buitenlandsch Nederlandsch misschien, maar u moet in aanmerking nemen, dat ik zeer weinig Nederlandsch zie, bijna nooit schrijf en uiterst zelden spreek.
Jaren geleden echter schreef ik een artikel van uit London voor het tijdschrift ‘Nederland’. Dat was het laatste van mijn letterkundigen arbeid in mijne moedertaal en sedert ben ik vrij wat verengelscht. De taal is een machtige invloed in het leven en werkt onbewust in op onze denkwijze en levensaard. In hart en zin ben ik echter Nederlander gebleven, al gaat de taal me op 't oogenblik niet zoo vlot van de hand. Het Algemeen Nederlandsch Verbond zal weldoen het bewustzijn van taal en Nederlanderschap levendig te houden en te versterken, zelfs in den vreemde.