Wilhelmina-Hospitaal te Smyrna.
Den 25en Mei heeft de inwijding plaats gehad van het Wilhelmina-Hospitaal en de Ned. Kerk te Smyrna, wier herstelling mogelijk is gemaakt door giften van particulieren in Holland en de Levant en met steun van de Ned. Regeering.
De instellingen, waarover in Neerlandia van Dec. 1905, blz. 221 en 229 mededeelingen werden gedaan, dagteekenen uit de eerste helft der 17e eeuw. Het hospitaal is de oudste instelling van dien aard in de Levant. In de 17e en 18e eeuw tot grooten bloei gekomen, heeft het toen ter tijde groote diensten bij epidemieën bewezen, zoowel aan de Nederl. kolonie als aan de bemanning van Nederl. en vreemde schepen. In de afgeloopen eeuw geraakte de instelling echter in verval en het duurde tot 1903, toen de Nederlandsche kolonie in Smyrna, op aanstichting van den consul-generaal De Sturler, besloot deze gedenkteekens van onze eeuwenoude vestiging in de Levant in eere te herstellen.
Toen de geldmiddelen der kolonie bleken tekort te schieten, wendde men zich tot eenige belangstellenden in Nederland, die een comité vormden, dat er in geslaagd is belangstelling bij het publiek te wekken en aan Smyrna een bedrag van f20.000 kon overmaken ten behoeve van de herstelling.
Sedert zette dit comité zich in een vereeniging om: de Ned. vereeniging tot instandhouding van het Wilhelmina-Hospitaal te Smyrna, die zich ten doel stelt blijvend de belangen dezer instelling te behartigen.
Bij de inwijding waren o.a. tegenwoordig de geheele Nederlandsche kolonie met den consul-generaal Van Uye Pieterse aan het hoofd, kapitein ter zee G. Fabius, commandant van Hr. Ms. pantserdekschip ‘Friesland’, de geheele bemanning en de consuls-generaal van Duitschland en Engeland.
Het woord werd gevoerd door dr. Von Eichstorff, voorzitter van het Smyrnasche comité voor de herstelling en nestor van de Nederlandsche kolonie, die o.m. zijn dankbaarheid uitsprak voor de belangstelling in zoo ruime mate ondervonden, in de eerste plaats van H.M. de Koningin, die Haren naam verleende aan het Hospitaal, dat voortaan Wilhelmina-Hospitaal zal heeten.
Onze consul-generaal hield vervolgens een rede, waarin hij hulde bracht aan de gastvrijheid, die de vreemdelingen in het algemeen en de Nederlandsche natie in het bijzonder steeds in Turkije genoten hadden.
Nog voerden het woord de heeren Ds. Le Bouvier, Alfred Lavino, Alfred Keun en W.F.H. van der Zee, de laatste om den heer S.P. van Eeghen, den voorzitter van het Ned. Comité te huldigen.
Kapt. Fabius dankte voor de hulde aan de Ned. Marine gebracht.
Consul-Generaal Van Uye Pieterse besloot met de mededeeling van de benoeming der heeren Van Lennep, Keun, Lavino en v.d. Zee tot ridders in de Oranje-Nassau-orde.