Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Aves-eilanden.Leiden, Maart '08. Zoudt u onderstaande vraag in Neerlandia willen opnemen? Wie onder de lezers of daarbuiten kan inlichtingen geven omtrent 't volgende: In 't onlangs verschenen nummer over Bonaire wordt medegedeeld, dat de vischvangst dier eilanden in kwijnenden toestand verkeert tengevolge van de belemmeringen door de Venezolaansche regeering den visschers in den weg gelegd bij het uitoefenen van hun bedrijf bij de Aves-eilanden, grondgebied van Venezuela. In het Nederlandsch Handelsmagazijn in 1843 te Amsterdam door de firma Diederichs uitgegeven komt onder Curaçao voor: In de nabijheid bezitten wij o.m. de Aves-eilanden. Ook de Nieuwe Atlas der wereld van J. Kuyper in 1867 te Amsterdam bij Stemler gedrukt geeft de Aves-eilanden als Nederlandsch bezit aan. Nog niet zoo heel lang geleden, een jaar of 40, golden dus die eilanden als Nederlandsch gebied. Hoe komt 't dat 't nu niet meer zoo is? Wellicht weet ter plaatse, in onze West-Indische bezittingen, iemand hierover iets te vertellen. U dankzeggend voor de opname. Uw dw., W.J.L. VAN ES. | |
[pagina 115]
| |
De Aves-eilanden of Vogel-eilanden bestaan uit een groep kleine, onvruchtbare rotseilandjes ten Z.-O. van het Nederlandsche eilandje Bonaire. Eigenlijk zijn het twee groepen, de eene uit twee, de andere uit drie eilanden bestaande en voorts uit klippen en zandbanken. Zij zijn onbewoond, en hebben vooral belang door de guanolagen. M.D. Feenstra, die lang in deze gewesten vertoefde, wijst in zijn boek: ‘De Nederlandsche West-Indische eilanden’ (1837) de Aves-eilanden aan als behoorend tot het Gouvernement van Curaçao. Evenwel wordt door Van der Aa Aardr. Woordenb. 1839 gezegd, dat het bezit onbeslist is. Het Ned. Gouvernement schijnt zich niets om deze eilandjes bekommerd te hebben. Aan wie zij behooren? Op een kaart worden ze Britsch genoemd, op andere als tot Venezuela behoorend. Dit schijnt onjuist. Wij houden het met Scobel (Geographisches Handbuch 1902) voor een bezitting van Venezuela. Red.
Geachte Redactie,
Met belangstelling volg ik den strijd van Neerlandia's Redactie tegen de steeds niet verminderde neiging van onze Ned. pers en publiek, om woorden van vreemden bodem en nog vreemder klank, te stellen in plaats van onze schoone en krachtig zeggende eigen taal. Merkwaardig is de koppigheid waarmee de redacteuren van toonaangevende bladen in ons land aan dit soort ‘deftig doen’ vasthouden. Ik meende er één op die vingers te mogen tikken kort geleden, maar... 't was blijkbaar te veel gevergd van diens journalistieke gastvrijheid. Men oordeele: toen de pers onlangs vol was van op zekere Maastrichtsche fabriek gepleegde daden van vernieling, vermelde men dit niet in deze voor ieder Nederlander zeker verstaanbare aanduiding. Neen! 't zou en moest sabottageGa naar voetnoot*) heeten. 'n Haagsch blad was wel zoo goedig er bij te plaatsen, dat sabottage gelijk stond met vernieling (van 's andermans eigendom), maar vroeg ik, immers terecht?, als dit dan zoo is, kunt u dan niet volstaan met 't Nederlandsch zonder meer? Maar ik kreeg geen gehoor. Ik maakte verder melding van 't feit, dat vreemde talen worden ingeburgerd door lui die geen flauw begrip hebben van 't geen zij doen. Zij maken zich behalve schuldig aan een lafheid, ook nog bespottelijk, ja, de stad, of de woningstand minstens in hun buurt belachelijk. Verbeeld u dat Den Haag nu sinds den vorigen zomer een koffiehuis rijk is, genaamd: Victoria Beer! Op het Rijswijksche plein te 's Hage is te lezen in plaats van Bar, Victoria Bär. Toch heeft de eigenaar 'n goed Hollandsche naam. Zelf geen Engelsche taalkennis rijk waarschijnlijk, wil hij toch de Engelsche vlag voeren, maar 't is een Duitsche vlag, die, en dit is 't mooiste, in Duitschland totaal on bekend is. Dat woord Bar is toch al zoo mooi, prijkend meer en meer op voornaam uitziende koffie- en eethuizen. Als men eens algemeen wist dat 't feitelijk leuning, versperring beteekent, en afgeleid ook van de leuning, scheiding, waarachter en waar vóór heeren rechters en advocaten plaats nemen in de Engelsche gerechtshoven. Van daar in 't Engelsch bij promotie van 'n Engelsch rechtsgeleerd student tot advocaat de dikwijls in de bladen te lezen zin: ‘Mr. X has been admitted to the Bar’. Wel 'n fraaie, uitlokkende reclame dus dit woord Bar. De volksmond is dikwijls in haar uitspraak zeer juist, zonder 't zelf te weten, zoo weer hier, als 't zegt van iemand die wat al te veel in de ‘Bar’ heeft vertoeft, hij heeft de ‘leuning’ gepakt. Maar wat zouden onze voorname Bar-houders zeggen, als zij werden genoemd directeur (eigenaar) van de Victoria, of Wilhelmina leuning enz.? Toch zou 't juist wezen. Moge ieder in zijn kring toch medestrijden tegen al dat gedoe! Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend, J. VAN ZWIETEN. Rijswijk (Z.-H.) |
|