Neerlandia. Jaargang 12

Ned. Antillen.

Jaarverslag der Groep Ned. Antillen over 1907.

Waar het vorig jaarverslag eindigt, met den wensch, dat het onze Groep gegeven zoude worden, dit jaar steeds te kunnen arbeiden onder een onbewolkten hemel, daar kunnen wij met vreugde erkennen, dat die wensch in vervulling is gekomen.

Op onze werkzaamheden, gedurende het afgeloopen jaar kunnen we met tevredenheid terug zien. Minder is dit het geval, wanneer wij inzage van onze ledenlijst nemen. Terwijl wij na het eerste jaar konden wijzen op eene vermeerdering van 22 leden, daar spijt het ons thans te moeten mededeelen, dat ons ledental in het laatste jaar niet is vooruitgegaan. Op 1 Jan. 1908 was het ledental juist gelijk aan dat van 1 Jan. 1907 en bedroeg 260 leden, verdeeld over de verschillende eilanden als volt:

1 Januari 1907.			1 Januari 1908.
Curaçao		178	179
Aruba		40	36
Bonaire		23	19
St. Martin		7	14
St. Eustatius		9	9
Saba		3	3
		_____	_____
	Totaal	260 leden	260 leden

Het getal zelf is niet ongunstig. Wanneer we het vergelijken met het ledental van Groep Nederlanden en daarbij de bevolkingscijfers van de kolonie en het moederland in aanmerking nemen, dan maakt onze kolonie tegenover het moederland een goed figuur. Op 1 Jan. 1907 bedroeg het aantal leden van Groep Nederland 5124. Indien daar dezelfde verhouding bestond als in deze kolonie, zou dit aantal ongeveer 30.000 moeten bedragen.

Vraagt men echter of het ledental onzer Groep niet meer had kunnen zijn, dan moeten we daarop antwoorden, dat dit zeer stellig het geval had moeten zijn. Onder de Curaçaonaars zelf, hebben we steeds groote belangstelling ondervonden; zij hebben zich in groote getale bij onze Groep aangesloten. Jammer, dat wij dit niet van alle, hier in de kolonie wonende Hollanders kunnen zeggen en zij zich niet allen bij onze Groep hebben aangesloten.

In het bestuur onzer Groep had geen verandering plaats. De heer P.A. Euwens, vertegenwoordiger onzer Groep in het Hoofdbestuur, moest wegens terugkeer naar de kolonie zijn mandaat nederleggen. Het Groepsbestuur betuigt Z.W. Eerw. hier nogmaals zijn hartelijken dank voor de vele en goede diensten aan onze Groep bewezen. Ook aan Dr. J. Boeke betuigen wij onzen hartelijken dank voor de wijze, waarop Z.W. Ed. Zeergel. onze belangen in het afgeloopen jaar heeft behartigd.

In de plaats van den heer Euwens werd als vertegenwoordiger onzer Groep in het Hoofdbestuur gekozen de heer P. Delgeur, Pastoor te St. Eustatius, thans met verlof in Nederland.

De heer F. Agterberg nam namens onze Groep zitting in de commissie, tot het nazien der rekening en verantwoording van den algemeenen penningmeester, voor welken dienst wij Z. Ed. onzen dank betuigen.

Gedurende het jaar 1907 werden zes bestuursvergaderingen en eene algemeene vergadering gehouden.

De toestand onzer geldmiddelen is gunstig te noemen, hoewel nog niet schitterend. De ontvangsten hebben bedragen f1212.51 en de uitgaven f1152.96⁵, zoodat onze rekening sluit met een voordeelig saldo van f59.54⁵.

Hierbij moet echter vermeld worden, dat enkele rekeningen nog niet ingekomen zijn en dat we dit jaar voor de noodzakelijke uitgaaf staan van een herdruk van ons reglement. Aan vele leden hebben wij bij hunne toetreding geen reglement kunnen verstrekken, terwijl een herdruk ook wenschelijk is, nu de nieuwe statuten van het Verbond zijn verschenen.

Voor het jaar 1908 zal de toestand onzer geldmiddelen weer gunstiger zijn, dan het vorige jaar; aangezien we met erkentelijkheid kunnen vermelden, dat we ook dit jaar weder eene ondersteuning van f500. - van het Gouvernement zullen genieten, terwijl het Hoofdbestuur ons een ondersteuning heeft toegezegd van f217.50⁵, als vergoeding voor de financieele schade door ons geleden in het jaar 1906, door de bekende kwestie, welke ons toen geheel in beslag nam.

Het Hoofdbestuur heeft door deze daad gedaan wat het kon om de zaak, die tot het tekort aanleiding gaf geheel te doen vergeten, en daarvoor zijn wij het Hoofdbestuur zeer dankbaar.

Wij hopen dan ook, evenals het Hoofdbestuur, dat thans aan weerszijden alles vergeven en vergeten zal zijn en onze Groep een nieuw tijdperk van bloei zal intreden.

Zooals reeds in het vorig jaarverslag werd vermeld, zouden wij de subsidiën van het Gouvernement beschikbaar stellen voor de eilanden buiten Curaçao, en wel met het doel om eenige jongelieden, die op hun eiland lager onderwijs hebben genoten, in de gelegenheid te stellen op Curaçao uitgebreider onderwijs te kunnen genieten.

Er werd eene oproeping gedaan in de verschillende kranten, met het gevolg, dat op den 1en Mei waren ingekomen 5 aanvragen.

Gelukkig was het Groepsbestuur in staat aan alle aanvragen te voldoen, zoodat thans de volgende jongelieden door onze Groep in staat gesteld worden om hunne studiën voort te zetten.

1^o.	Neptalie Henriquez ontvangt op Curaçao, zijne opleiding tot onderwijzer 3e kl. Volgens ingekomen rapporten van zijn onderwijzer, den heer G.B. Dussel, zal deze jongeling waarschijnlijk in Mei 1909 zijn examen voor onderwijzer 3e kl. kunnen afleggen;
2^o.	De jongeling Conner op St. Martin, wordt evenzoo opgeleid tot onderwijzer 3e kl. Zijne opleiding voor dit examen zal waarschijnlijk drie jaren duren. Aangezien deze opleiding kan geschieden op St. Martin en de vader niet in staat is, zijn zoon naar Curaçao te zenden, werd dezen jongeling toegestaan zijne studiën aldaar voort te zetten;
3^o.	De jongelingen Frans en Hendrik Krijt en Cunuto Santiago, alle drie van Bonaire, werden geplaatst in de Hollandsche afdeeling van het St. Thomas-College. Omtrent de toekomst van deze jongelingen valt wegens hun jeugdigen leeftijd nog niets te beslissen.

Het Groepsbestuur hoopt, dat door deze studiebeurzen de sympathie voor het A.N.V. in de kolonie zal toenemen. Door toe te treden als lid onzer Groep werkt ieder tot dit goede doel mede. Hoe meer geld we tot onze beschikking krijgen, hoe meer jongelieden en hoe meer wij dezen zullen kunnen helpen.

Omtrent de beide jongelieden, welke in Nederland studeeren kan het volgende medegedeeld worden.

De jongeling Veeris is in het afgeloopen jaar niet geslaagd voor zijn onderwijzersexamen. Deze ongunstige uitslag is te wijten aan het feit, dat genoemde

[p. 92]

jongeling eenige maanden voor zijn examen in eene inrichting voor ooglijders heeft moeten doorbrengen en gedurende dien tijd zijn studiën heeft moeten staken. In verband met den ijver van den jongeling en zijne rapporten van de Normaalschool te Nijmegen, spreekt het Groepsbestuur vol vertrouwen den wensch uit, dat Veeris dit jaar moge slagen.

De jongeling Jan Sprockel is in het afgeloopen jaar geslaagd voor zijn toelatingsexamen voor de Bijzondere Kweekschool te 's Hertogenbosch. De rapporten omtrent den ijver en de vorderingen van dezen jongeling zijn uitmuntend. Als belooning voor zijn ijver en tot aanmoediging in zijn verdere studie, alsmede in het belang zijner algemeene ontwikkeling, werd deze jongeling door ons in de gelegenheid gesteld een vacantiereisje te maken.

Aan de heeren F. Agterberg en L. Drabbe brengt het Groepsbestuur wederom hartelijk dank voor de goede zorgen, waarmede zij de belangen dezer jongelieden ook in het afgeloopen jaar hebben behartigd.

Eene belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis onzer Groep is geweest, de feestelijke herdenking van den 300en geboortedag van onzen grootsten zeeheld Michiel Adriaenszoon de Ruijter.

Op uitnoodiging van de, korten tijd te voren, alhier opgerichte Afdeeling der vereeniging ‘Onze Vloot’ werd door het Bestuur dier Vereeniging en ons Groepsbestuur eene gemeenschappelijke vergadering gehouden, op welke vergadering werd besloten, dat de Besturen van ‘Onze Vloot’ en de Groep Nederlandsche Antillen eene feest-commissie zouden vormen tot viering van dien nationalen feestdag. De tijd van voorbereiding was kort, doch dank zij de mildheid der burgerij en de geestdrift, waarmede de geheele bevolking mede werkte, is het feest schitterend geslaagd.

Plaatsruimte ontbreekt hier om eene beschrijving van het feest te geven, doch dat is ook niet noodig; die onvergetelijke dag ligt ons allen nog versch in het geheugen. Genoeg zij het hier te vermelden, dat de nagedachtenis van onzen grootsten zeeheld hier schitterend werd gehuldigd en Curaçao met een gevoel van trots aan dit nationale feest kan terug denken.

Verschillende vereenigingen gaven blijk van belangstelling in onze Groep. Zoo ontvingen wij van de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Smyrna het verslag 1906 van de 4e jaarlijksche vergadering; de Nederlandsche Vereeniging te Londen zond haar vier en dertigste jaarverslag; de Boeken-Commissie te Rotterdam zond ons haar laatste jaarverslag, evenzoo deed de Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging, terwijl de Groep Ned. Oost-Indië van het Verbond, ons geregeld haar orgaan ‘Ons Volksbestaan’ doet toekomen. Aan al deze vereenigingen betuigen wij hier onzen hartelijjken dank.

Door mevr. Doyer - Kranenburg uit Suriname, werd ook namens mevr. Bueno, onze medewerking verzocht voor het geven van eenige concerten op Curaçao.

Het Groepsbestuur zegde zijne medewerking toe in denzelfden geest als die het vorige jaar verleend werd aan het Hollandsen Ensemble; doch tot onze groote spijt kon het plan niet doorgaan, wegens verhindering van mevr. Bueno.

De portretten van H.M. de Koningin reeds het vorig jaar van het Hoofdbestuur ontvangen, werden verspreid onder de openbare en bijzondere scholen der kolonie en andere instellingen, zooals ziekenhuizen, societeiten enz. In den loop van dit jaar ontvingen wij van het Hoofdbestuur weder 100 portretten van H.M. de Koningin, welke ditmaal onder de leden der Groep werden verspreid. De vraag naar deze portretten is zoo groot, dat het Groepsbestuur niet aan alle aanvragen heeft kunnen voldoen.

Een belangrijk feit is geweest de oprichting van de Afdeelingen Aruba en Bonaire. Met groote vreugde heeft het Groepsbestuur de oprichting dezer Afdeelingen begroet en hoopt, dat zij krachtig mogen werken in het belang van deze eilanden en tot bevordering van de zaak van het Verbond. Aan de heeren J.H.P. Schrils en C.J. Krijt, die de oprichting dezer Afdeelingen hebben voorbereid en tot stand gebracht, betuigt het Groepsbestuur nogmaals zijn hartelijken dank.

Door den heer J.J.M.H. Nijst werden ons inlichtingen gevraagd betreffende de vraag of er in onze kolonie ook groeien verschillende Caryocarsoorten, welke boonen de zoo gewilde bokken of boternoten opleveren.

De Curaçaosche Maatschappij van Landbouw enz. was zoo welwillend ons hierover uitvoerige inlichtingen te verstrekken, welke wij den heer Nijst hebben toegezonden.

Door de firma Berns & Co., fabrikanten van zeeppoeder te Amersfoort, werd onze bemiddeling ingeroepen om in handelsbetrekking te komen met een koopman alhier.

Op ons verzoek heeft de heer Roberto S. de Lannoy, apotheker alhier, zich met genoemde firma in verbinding gesteld.

Met de uitgevers W.L. & J. Brusse zijn wij in onderhandeling geweest over de oprichting van een boekerij of leeskring alhier, doch daar zulk een plan de financieele draagkracht onzer Groep te boven gaat, hebben wij er van af moeten zien.

Van de Boeken-Commissie ontvingen wij een kist boeken tot oprichting van een boekerij op St. Martin en een kist boeken tot oprichting eener boekerij in het Militair Tehuis, aan welk Tehuis ook een De Ruijter-plaat geschonken werd.

Wij betuigen nogmaals onzen hartelijken dank aan de Boeken-Commissie voor de voortvarende wijze waarop zij steeds aan onze wenschen tegemoet komt.

Ten slotte mede een woord van dank aan de Curaçaosche pers voor de medewerking ook dit jaar weder ondervonden.

Wenden wij thans nog even onze blikken naar de andere eilanden onzer kolonie.

Aruba. Het aantal leden is hier gedaald van 40 tot 36. Omtrent de werkzaamheden van de Afdeeling en het gebruik der boekerij kunnen wij verwijzen naar de daarvan ingediende verslagen, welke reeds aan Neerlandia zijn opgezonden. De Afdeeling heeft in het eerste jaar van haar bestaan nog weinig kunnen doen, tengevolge van de geringe geldmiddelen, waarover zij beschikken kan. Het Groepsbestuur zal de Afdeeling desverlangd ook geldelijk naar vermogen steunen, ten einde haar in staat te stellen meer kracht te ontwikkelen.

De reeds lang beloofde artikelen voor een Arubanummer van Neerlandia, ziet het Groepsbestuur met groote belangstelling tegemoet.

Bonaire. Ook hier is het aantal leden achteruit gegaan en van 23 gedaald tot 19. De nieuw opgerichte Afdeeling heeft eerst met 1 Jan. hare werkzaamheden kunnen aanvangen. Voor de boekerij verwijzen wij naar het verslag van den heer Krijt, hetwelk opgenomen zal worden in Neerlandia.

Het Bonaire-nummer, welks uitgave, door verschillende omstandigheden werd vertraagd, is thans verschenen. Moge het strekken tot vermeeedering van het aantal leden op Bonaire en tot meerdere belangstelling van het moederland.

Aan de Afdeeling werd door het Groepsbestuur een bedrag van f20. - gezonden tot aanschafting eener tooverlantaarn.

Met dankbaarheid vermelden wij hier, dat de leden dezer Afdeeling allen hun jaarlijksche bijdrage verhoogd hebben tot drie gulden. Moge dit voorbeeld door vele leden onzer Groep gevolgd worden.

St. Martin. Op dit eiland is groote vooruitgang waar te nemen. Het aantal leden is hier in een jaar verdubbeld en van 7 gekomen tot 14. Hier werd ook eene boekerij opgericht, welke sedert korten tijd voor het publiek geopend is. Het eerste jaarverslag is reeds ingekomen.

Met de samenstelling van een St. Martin-nummer hoopt onze vertegenwoordiger, de heer J.A. Grave-

[p. 93]

stein spoedig gereed te komen. Wij spreken den wensch uit, dat in het nieuw ingetreden jaar ook hier eene Afdeeling zal kunnen opgericht worden.

St. Eustatius. Het aantal leden is hier gebleven op 9. Met genoegen vermelden wij, dat mevr. J. van Grol - Meyers uit Nederland teruggekeerd is en de vertegenwoordiging van het Verbond weder op zich heeft genomen.

Aan den heer F.G. Groebe, betuigt het Groepsbestuur zijn hartelijken dank voor de wijze waarop Z. Ed. gedurende 1½ jaar de belangen van het Verbond op zijn eiland heeft behartigd.

Naar wij hopen, zal het St. Eustatius-nummer, waarvan de copie reeds naar Nederland werd verzonden, spoedig verschijnen.

Wat de boekerij betreft wordt verwezen naar het verslag van den heer S. van der Vrede in Neerlandia.

Saba. Evenals verleden jaar is het aantal leden hier 3. Met de samenstelling van een Saba-nummer hopen we ook spoedig gereed te zijn.

Tijdens de afwezigheid van onzen vertegenwoordiger, den heer H.J. Beaujon, heeft de heer J.A.P. Thielen de behartiging onzer belangen welwillend op zich genomen.

Hiermede zijn wij gekomen aan het einde van ons 3e jaarverslag en is tevens het tijdstip aangebroken, waarop ik afscheid moet nemen van een werkkring, die mij lief is geworden.

Teleurstellingen zijn mij in mijn arbeid niet gespaard gebleven, doch ook schonk deze mij groote voldoening door den steun, welke ik steeds van de bewoners dezer kolonie ondervond en de medewerking, welke mij door velen werd verleend.

Aan u, leden onzer Groep betuig ik mijnen hartelijken dank voor uwe toetreding tot het Verbond, waardoor de oprichting onzer Groep mogelijk werd; mijn dank aan u medebestuursleden, voor het vertrouwen, hetwelk gij mij gedurende drie jaren geschonken hebt, door mij de betrekking van secretaris op te dragen, en ten slotte nog mijn besten dank aan de vertegenwoordigers op de overige eilanden voor hunne aangename en krachtige medewerking.

Zwaar valt mij het afscheid, want ik heb in onze kolonie, die mij dierbaar is geworden, vriendschapsbanden gesloten, welke mij mijn vertrek niet gemakkelijk maken. Doch ik ga heen in de vaste overtuiging, dat ik met mijn zwakke krachten, heb medegewerkt tot heil van mijn land en onze kolonie en tot bevordering van de zaak van het Verbond.

Met de beste wenschen voor den verderen bloei onzer Groep en met de verzekering, dat ik steeds belang zal blijven stellen in hare verdere ontwikkeling, roep ik u allen een hartelijk vaarwel toe.

De Secretaris,

J.A. SNIJDERS Jr.

Bericht.

Als Secretaris in de plaats van den heer J.A. Snijders Jr. is opgetreden de heer C.S. Gorsira J.P. Ezn., Willemstad, Curaçao.