De Brandaris op Terschelling.
Geachte Redactie.
Verleen mij a.u.b. een plaatsje in het orgaan van het A.N.V. voor het volgende.
In de noot op blz. 197 van het Bonaire-nummer vraagt de eerwaarde steller van het hoofdstuk ‘Historisch overzicht van het eiland Bonaire’:
Kan een der lezers van Neerlandia mij ook inlichten, sinds wanneer en waarom die vuurtoren van Terschelling (n.l. de Brandaris) dien naam draagt?
Ik hoop eenigszins aan dit verzoek te kunnen voldoen, en geef daartoe eene door mij indertijd gemaakte aanteekening uit ‘Op de Brandaris’ door J. Daalder D z., voorkomende in ‘Eigen Haard’ jaargang 1903, luidende:
De Brandaris heeft zijn naam gekregen naar Brandanus of Sint Brandaan een Iersche Heilige, overleden omstreeks 577.
Vele oude kaarten en bescheiden vermelden zijn naam, en telkens werd er over verhandeld in vergaderingen van vroedschappen en Staten:
Op ‘die Caerte van der zee: om Oost ende West te zeylen, Ao 1541’, leest men reeds van 5 torens op Schellinge, ‘ende die opt westeynde staat, dat is een hoghe plompen toren, dat is Sinte Brandarins kercke’.
In een besluit der Amsterdamsche vroedschap van 1559 luidt 't: ‘St. Brandarinstoorn op der Scellink is van outs een