En toch, het begint te dagen in het Zuiden. Na veel vruchtelooze pogingen in verschillende streken van dit overgangsgebied, dat zoo'n krachtigen steun kon geven aan Vlaanderen, komt er leven, belangstelling, waardeering en dankbaar aanvaarde hulp. Breda zal weldra een krachtige Afdeeling rijk zijn. Afdeeling Eindhoven wordt denkelijk ook in het nieuwe jaar herboren en uit Maastricht kwamen kortelings bewijzen van belangstelling, welke ook in dien uithoek de vestiging van een voorpost niet onwaarschijnlijk maken.
Waar Holland als in de 17e eeuw het voorbeeld gaf van grootste volks- en wilskracht, moge zijn huidig overwicht in het Verbond de andere provinciën aansporen, dien invloed te verkleinen door zelf meer en grooter te worden in de organisatie, opdat eens alle gewesten gelijke kracht ontwikkelen in verhouding tot hun zielental, gedachtig aan de woorden van het Verbondslied:
De Nederlander zelf, hij zij
Hollander, Zeeuw of Fries,
Of Groninger of Heidekind,
Hij heeft maar één devies!
Het Bestuur van Groep Nederland onderging in 1907 eenige verandering.
In de eerste plaats moest het zijn Penningmeester, den heer P.J. de Kanter, missen, die vijf jaren lang zijn beste krachten aan het Verbond had gewijd en met groote kennis van zaken de geldmiddelen beheerde.
Het Bestuur was zoo gelukkig in Mr. W. Dicke een waardig opvolger te vinden, die tevens des heeren De Kanter's plaats in het Hoofdbestuur als Alg. Secretaris-Penningmeester innam.
Voorts traden uit het Bestuur Prof. Mr. W. v.d. Vlugt, Prof. Dr. J.H. Gallée en de heer J.J.B. v.d. Chys Jr. In hun plaats werden gekozen Mr. A.B. Cohen Stuart, Dr. W. van Everdingen en Jhr. Mr. H. Smissaert.
In het Hoofdbestuur werd nog door de Groep afgevaardigd mej. E. Baelde ter vervanging van Prof. Mr. W. v.d. Vlugt, die zich om gezondheidsredenen genoodzaakt zag af te treden. Aan Groep Nederland komt de eer toe de eerste vrouw in het Hoofdbestuur te hebben gebracht. Van de vrouw in haar verschillende maatschappelijke betrekkingen verwacht ook het A.N.V. veel voor de herleving van het nationaliteitsgevoel.
Bij het overlijden van Mr. J.P. Moltzer, lid van den Raad van Bijstand, werden diens groote gaven in Neerlandia herdacht.
Nog dient met ingenomenheid te worden geboekt, dat het Bestuur van de Regeering meer en meer waardeering en steun ondervindt.
Naar aanleiding der besluiten van de algemeene vergadering werd het Groepsreglement aangevuld met bepalingen ten opzichte der Jongelieden-Afdeelingen en haar verhouding tot de Groep en de Afdeeling van ouderen.
Nadrukkelijk werd in het reglement vastgelegd, dat men als lid van het A.N.V. toegang heeft tot alle leden-vergaderingen en uitvoeringen, door welke Afdeeling ook gegeven.
Belangrijk voor de verhooging der belangstelling in verschillende oorden des lands, is het besluit ten opzichte van de plaats, waar de algemeene jaarvergadering zal worden gehouden, n.l. in de even jaren buiten Dordrecht.
Het verdient in de toekomst aanbeveling ook eens te vergaderen op plaatsen, waar geen Afdeeling is. Voor de propaganda kan dat het winnen van een vesting beduiden.
Door het XXIXste Taal- en Letterkundig Congres werd aan het Bestuur opgedragen de plaats te bepalen voor het volgende Congres. Ons Groepsbestuur koos Leiden.
De vorige jaarvergadering droeg het Bestuur op te overwegen of het aanbeveling verdiende te ijveren voor een eigen nationalen tijd. In de Bestuursvergaderingen is het punt meermalen ter sprake gekomen, maar de groote meerderheid was van oordeel, dat, waar de geleerden het over deze kwestie niet eens zijn en de meest uiteenloopende meeningen zijn toegedaan, moeielijk een beslissing kon worden genomen.
Besloten werd het oordeel af te wachten der Staatscommissie a.h.
Taalstrijd.
Al is de strijd voor de handhaving van onze taal tegen het insluipen van onnoodige en nuttelooze vreemde elementen, tegen de dwaze annstellerij van neringdoenden om hun winkelramen te ontsieren met allerlei vreemde opschriften, slechts een onderdeel van het streven naar een verhoogd stambewustzijn, toch blijft het Bestuur zijn volle aandacht er aan wijden en mag het ervaren, dat ook in dezen de beginselen, zij het langzaam, doorwerken.
Jammer, dat sommige puristen, tegen de bedoeling van 't Bestuur, gaan overdrijven, daardoor een onderdeel van den grooten strijd tot hoofddoel verheffen en sommige goede Nederlanders van het Verbond afstooten.
In opdracht der laatste Groepsvergadering te Dordrecht werd een commissie in het leven geroepen tot samenstelling van een lijst van vreemde woorden met hun passende vertaling en omschrijving. Mevr. A. Beets - Damsté, Dr. A. Beets, Prof. dr. D.C. Hesseling en Prof. Dr. J.J. Salverda de Grave werden bereid gevonden, die taak op zich te nemen. De commissie heeft zich echter tot haar leedwezen genoodzaakt gezien de taak neer te leggen, daar ‘bestudeering en herhaalde bespreking haar telkens meer en meer overtuigd hebben van de onuitvoerbaarheid der haar gegeven opdracht’. Zij zal van haar besluit in een beredeneerd verslag rekenschap geven.
Door het Groepsbestuur werd een onderzoek ingesteld in hoeverre het Nederlandsch in diplomatieke aangelegenheden hier te lande wordt gebruikt. De uitkomst was niet bemoedigend. Het plan bestaat over dit onderwerp mededeelingen te doen in Neerlandia.
Over den taalstrijd moge nog worden opgemerkt, dat het niet alleen voor ons eigen land van belang is onze moedertaal te eeren, maar dat wij Noord-Nederlanders daarmee tevens aan onze Vlaamsche vrienden een grooten dienst bewijzen.
Men kan reeds veel doen door met Vlaanderen altijd in het Nederlandsch te briefwisselen en zaken te doen. Om dit te bevorderen, werd door het Dag. Bestuur een rondschrijven gezonden aan den Ned. Bond van Vereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand, de Maatschappij van Nijverheid en de Kamers van Koophandel met verzoek in die richting mede te werken.
De roeping van het A.N.V. getrouw, werd ook in het afgeloopen jaar samenwerking gezocht met die vereenigingen en instellingen, wier streven zich bij dat van 't A.N.V. aansluit of er een onderdeel van behartigt.
Zoo heeft Vreemdelingenverkeer de stichting voorbereid van een Centraal Kantoor voor Reisinlichtingen. Groep Nederland heeft daaraan meegewerkt en gedurende vijf jaar een jaarbijdrage van f50 toegezegd.
Een grootsch plan werd ontworpen ter meerdere bekendmaking van ons land buiten de grenzen. Op het voorbeeld van werken als ‘Zweden’ en ‘België’ werd besloten, de uitgave voor te bereiden van een werk over Nederland.
Hiervoor werd een commissie benoemd, bestaande uit de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Prof. P.J. Blok, Dr. J.B. Schepers, Jhr. Mr. H. Smissaert en Mr. A.B. Cohen Stuart. Reeds werd met een uitgever onderhandeld, die een gelijk plan had en de medewerking van het A.N.V. gaarne aanvaardde.
Maatregelen werden beraamd om voor de leden van het A.N.V. in het buitenland, die Nederland voor langen of korten tijd wenschen te bezoeken, een lijst