St. Nicolaasfeest der Ned. Ver. te Parijs.
De heer B. Weerenbeck, Secretaris, schrijft:
't Was Zaterdag, den 7 Dec., een aardig gezicht in de sierlijk ingerichte vergaderzaal der Nederlandsche Vereeniging ‘Neerlandia’ te Parijs. Men zag daar bij het schitterende kroonlicht de Hollandsche en Fransche vlaggen, met veel smaak den grooten zaalspiegel omgehangen en van links naar rechts, en van rechts naar links en van alle hoeken der zaal naar het schoone met bloemen versierde middenpunt van het plafond volgde het oog de smaakvolle guirlandes. Niet alleen de versiering der prettige zaal der Rue de Richelieu 85, zetel der Vereeniging ‘Neerlandia’, verraste den bezoeker aangenaam. De meeste leden, dames, zoowel als heeren met hun kinderen waren aanwezig, te meer daar verschillende begunstigende leden hunne deelname aan het feest beloofd hadden. Allen waren dan ook in feestelijke stemming. Op oud-Hollandsche manier kwam St. Nicolaas met Piet den knecht den Hollanders ook hier in Parijs een bezoek brengen. Hij kwam zien, wie de koek en wie de gard verdiend had; hij kwam de Vereeniging, met name den President, een wel verdiend woord van dank en lof, en een hooggewaardeerd woord van hoop en vertrouwen op de toekomst toespreken; hij kwam ook om de kinderen en - laten we het maar eerlijk bekennen - zelfs de groote kinderen nog eens echt te laten grabbelen.
Het kleine zoontje van den President hield een' berijmde toespraak tot St. Nicolaas, die ook op rijm antwoordde. De President, de heer Wiegant, alsmede de heer Ch. Snabilié, dagblad-correspondent te Parijs, betoonden in hunne korte, maar van geest en genoegen tintelende redevoeringen, dat de Nederlandsche Vereeniging ‘Neerlandia’ te Parijs, nog slechts sinds korten tijd bestaande en met verscheidene moeilijkheden, aan een groote stad als Parijs en een wisselend ledental eigen, desniettegenstaande bewijzen van levensvatbaarheid had gegeven. Er is gewerkt geworden, om het den in Parijs wonenden Hollander gemakkelijk en aangenaam te maken; te midden der vele vreemde vermakelijkheden en vreugden, toch ook dat echt Hollandsche huiselijk en vriendelijk samenzijn niet te vergeten, en hem Hollander te doen blijven naar hart en geest.
De Vereeniging ‘Neerlandia’, die zeer in aanzien is bij de autoriteiten en bij de gezeten leden der Hollandsche kolonie te Parijs, telt slechts weinig leden, want er wordt streng op gelet, wie in haren kring treedt, doch de leden die er zijn, scheppen voor den Hollander een werkelijk Tehuis, te midden der groote wereldstad.
Dien avond was alles op zijn Hollandsch, er werd voorgedragen, gezongen, gedansd en gespeeld, en het daglicht was reeds in aantocht, toen de laatste leden van elkander afscheid namen. Allen waren meer dan tevreden over het schoone, aangename en nuttige dat zij gehoord en gezien hadden en zeer zeker zal deze St. Nicolaasavond lang in aller geheugen voortleven.