Allerlei en mededeelingen.
De Ned. Taal op de Antillen.
De heer J.A. Snijders te Willemstad op Curaçao heeft in de Vragen van den Dag een opstel geschreven over de ‘Nederlandsche taal op de Benedenwindsche Eilanden onzer kolonie Curaçao’. Het is er met onze taal en dientengevolge met het Nederlandsche karakter van die eilanden, naar de heer Snijders schrijft, maar treurig gesteld. De volgende middelen zouden, volgens hem, in hooge mate kunnen strekken, om de kolonie te nationaliseeren en tevens uit haar verval op te heffen:
‘1e. | Samenwerking van alle Hollanders en Curaçaonaars; |
2e. | Verbetering van het openbaar onderwijs; |
3e. | Het in ruime mate beschikbaar stellen van studiebeurzen, door het Gouvernement, met het doel, Curaçaosche jongelieden in staat te stellen hunne verdere opleiding in Nederland te ontvangen; |
4e. | Verbetering van de positie der jonge ambtenaren en hunne eerste opleiding in Nederland, door hen daar de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus te laten doorloopen; |
5e. | Van staatswege de oprichting van eene ambachtsschool in het stadsdistrict; |
6e. | De invoering in de geheele kolonie van de vereenvoudige schrijftaal (Kollewijnsche spelling); |
7e. | Uitbereiding van het aantal schooljaren in de buitendistricten; |
8e. | Invoering van leerplicht; |
9e. | Betere ondersteuning door den staat van het R.-K. bijzonder onderwijs; |
10e. | Studiebeurzen van staatswege voor jongens en meisjes van Aruba en Bonaire, om op Curaçao uitgebreider onderwijs te kunnen ontvangen’. |