dag van den 31en, waarop door heel de bevolking uitbundig wordt feest gevierd.
In het bizonder verdient vermelding de opvoering in Paramaribo van de operette ‘Julius Caesar’, ten bate van de Groepskas door een gezelschap dames en heeren rederijkers, allen leden van 't Algemeen Nederlandsch Verbond.
De kluchtoperette, een koddige tegenhanger van Shakespeare's beroemde drama van dien naam, waaraan maanden lang met onverdroten ijver is gearbeid, is den 6en voor het voetlicht gebracht en met zulk een bijval, dat nog twee opvoeringen ervan op den 8en en den 12en mogelijk waren. De operette werd door een Hollandsch marine dokter, Dr. Pulle (door zijn deelnemen aan de Van Stockum expeditie in Suriname wel bekend) in elkaar gezet en door een dillettanten-gezelschap van adelborsten het eerst in Nederland opgevoerd. In de parodie vindt men de hoofdlijn van het drama terug, maar de tekst is geheel anders. Bovendien was de operette hier pasklaar gemaakt voor plaatselijke Surinaamsche toestanden. Julius Caesar aan de telefoon, Romeinen gewapend met regenschermen, de imperator zijn staatszorg uitstrekkende over de Paramaribosche straatverlichting, het invoerrecht en de bezuiniging, de dichter Cinna zingende over Lawatreinen, bacovencultuur, het vrije reizen voor de Koloniale Staten en de belastingen. En het geheel gezongen op bekende zangwijzen uit opera's enz. Er is gespeeld voor eivolle zalen, voor een dankbaar publiek. Er zat gang in de voorstelling, opgewektheid in het spel, hoewel de meeste spelers nog nooit een voet op de planken hadden gezet. De Romeinsche kleederdracht was streng gevolgd en keurig uitgevoerd. En groote aantrekkelijkheid lag in de zwaardendansen van de dames-lijfwacht van Julius Caesar, bestaande uit een 16-tal dames, die grooten bijval inoogstten.
In den proloog voor 't 2e bedrijf werd door een Romein een opwekkend woord, toepasselijk op het Alg. Ned. Verbond, op de wijze van Paljas, gezongen.
Een woord van erkentelijkneid past aan Luitenant Boertje, die niet alleen als talentvol leider het leeuwenaandeel aan het welslagen had maar ook de operette voor Suriname pasklaar maakte, aan mevr. Doyer, die het muzikale gedeelte verzorgde en het orkest leidde, aan mevr. Cruger, die de pianobegeleiding in handen had en aan den heer D. Fernandes Jr., wiens regelingsarbeid niet gering is te schatten.
Aan bloemenhulde heeft 't dan ook niet ontbroken en de leiders ontvingen van de spelenden geschenken.
Z. Exc. de Gouverneur woonde met zijne dochter de eerste voorstelling tot het einde bij.
Bij de slotopvoering bracht het Bestuurslid de heer E.B.J. Luitink namens het A.N.V. dank aan het gezelschap voor wat het had verricht om het Verbond op zulk een aangename wijze geldelijk te steunen. De voorbeeldige samenwerking tusschen de verschillende elementen werd met genoegen herdacht.
Hij overhandigde de leiders, voor het geheele gezelschap, een gepaste hulde.