Van onze Vertegenwoordiging in het Buitenland.
De Nederlanders in Argentinië.
Buenos Aires, 14 Juni 1907.
WelEd. Heeren.
Wij hebben de eer u in overweging te geven onderstaand artikel in Neerlandia te doen plaatsen en zoo mogelijk ook in andere bladen te laten overnemen.
Ons doel is n.l. om de Nederlanders, die op goed geluk naar Argentinië wenschen te gaan, wel opmerkzaam te maken op de noodzakelijkheid om eerst de Spaansche taal eenigszins machtig te worden en vooral niet onbemiddeld op reis te gaan.
Dikwijls toch komt het voor, dat jongelui zich hier aanmelden, die van de landstaal nog niet het minste idee hebben en bovendien verstoken zijn van de noodige middelen om het eenigen tijd te kunnen uitzingen en zich op de hoogte te stellen van de toestanden.
Het gevolg is dan gewoonlijk, dat zulke personen zich spoedig in hunne verwachtingen teleurgesteld zien, die hun aanleiding gaven hier heen te komen; terwijl zij in dergelijke gevallen een groote lastpost zijn voor het betrekkelijk klein aantal landgenooten, die in aanmerking komen om hen met raad en voorspraak van dienst te kunnen zijn.
Zij moeten niet uit het oog verliezen, dat zij moeten mededingen met krachten van alle nationaliteiten, waarbij de Hollanders het nadeel hebben, dat hun taal hen van weinig of geen nut is.
Honderden zijn de jongelui, die jaarlijks hun geluk hier komen beproeven, en zij, die niet reeds in Europa aangesteld worden, dienen wel te weten, dat alleen diegenen, die hier komen gewapend met een flinke dosis kennis, de meeste kans van slagen hebben.
Kennis van de Engelsche, Duitsche en Fransche taal naast de Spaansche, verdient groote aanbeveling, en wanneer hunne eischen in den beginne niet te hoog zijn, dan zullen zij na eenigen tijd zeker een werkkring vinden, en dit zal gemakkelijker zijn, als zij niet juist gebonden zijn aan een zeker vak.