Jongelieden-Afdeelingen.
De vereeniging ‘Jong Nederland en Zuid-Afrika’ te Utrecht, de vroegere afdeeling van de thans ontbonden algemeene vereeniging ‘Jong Nederland en Zuid-Afrika’ in den lande, heeft Donderdagavond 29 November 1.1. een niet druk bezochte buitengewone algemeene leden-vergadering gehouden ter bespreking van het voorstel in zake aansluiting bij het Algemeen Nederlandsch Verbond.
De heer S.H. Tjabring, buitengewoon lid der vereeniging en lid van het A.N.V., schetste in korte trekken het doel en het streven van 't Algemeen Nederlandsch Verbond, na voorai er op gewezen te hebben wat de Nederlandsche stam is en waar zijn elf millioen leden, de Nederlanders, over de geheele aarde verspreid, wonen. Spr. wekte zijn genoor krachtig op het ideaal van een zelfbewust Groot-Nederland mede te herpen verwezenlijken.
De vereeniging heeft zich daarna, onder instemming van al de aanwezigen, hoewel deze niet talrijk waren, aangesloten bij net Algemeen Nederlandsch Verbond en besloten werd tot de voorloopige opneming eener Jongelieden-Afdeeling van het Verbond.
Aan het bestuur der vereeniging en den spreker van dezen avond werd opgedragen pogingen in 't werk te stellen de Jongelieden-Afdeeling voor goed op te richten.
Plannen zijn in overweging om daartoe over te gaan in een groote bijeenkomst van Utrechtsche scholieren van 13- tot 21-jarigen leeftijd, welke zoo spoedig doenlijk bijeengeroepen zal worden.
Jongelieden, van beiderlei kunne, tot den 21-jarigen leeftijd, welke lust gevoelen tot de Utrechtsche Jongelieden-Afdeeling toe te treden, kunnen zich voorloopig daarvoor aanmelden of inlichtingen dienaangaande verkrijgen bij den heer S.H. Tjabring, Ganzenmarkt 1.
Utrecht, 7 December 1906.