Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
doet dit enkel naar den schijn. Wel heeft Vlaanderen hier en daar een Heiligenfeest van dien naam en ook Tyrol en verder, maar heel een volk op denzelfden dag en zoolang al niet er voor! op eigen wijs al is het verscheiden naar geld of huiselijken band, feest te zien vieren ter eere van dezen Sint - dat is nergens dan in Holland! Ter eere van dezen Sint? Om den Sint zelf, den historischen Sint, wordt niet gedacht. Wie en wat hij is geweest, is lang op den achtergrond geraakt. Hij is geworden wat men van hem heeft gemaakt: een kindervriend boven duizenden. En wie vergeet, al is hij oud, den vriend van zijne eerste jaren, den schepper van zijn eerste groote geluk, den toovenaar van moois en lekkers - vooral als hij komt in tabbaard en mantel en langen grijzen baard, gevolgd door zwart knechtje, den drager van den zak van heerlijkheid en straf? En zij is al zoo oud, die vereering. In een Dordtsche rekening van 1360 komt al voor dat de schoolkinderen vacantie kregen op dien dag, met een snoepduit tot meerdere zaligheid. ‘Op St. her Nyclaes dach, zoo luidt het, 1 L aan die schoelers voer her oerlof’. En dat het zetten van de schoen al oud is, dat getuigt BreerooGa naar voetnoot*) in zijn Moortje: als het Sinterklaas was, vertelt daar Geertruyt aan Frederyck, dan zette mijn zoon bij u een schoen, en wat placht uw moeder daar een lekkers in te doen, suikererwten en wat niet al! Asset Sinter Claes was, so sette men
Seun tot jouwent de schoen.
Wat pleger jou moer, Griet Jans, daer
Een hiele hoop goet in te doen,
Hiele peper-huysjes met suycker-erretten,
Met kabbeljaus oogen en kappittel-stokken,
altemaal lekkers dus, bij ouderen nog wel bekend, maar die er bij de zeventiende-eeuwsche jeugd ook al voor ‘klock-spys’ inging. En nu 5 December 1906, zal overal waar Hollanders wonen, het oude feest weer worden gevierd of minstens herdacht. Want alleen groot verdriet of verterende zorg kan dien dag doen vergeten, tenzij het om de kinderen is! En eenzamen in de wereld halen schimmen voor den geest van toen zij jong waren en niet eenzaam. Aan Duitschland de Kerstboom, aan Engeland de plum-pudding en de Mistletoe, aan ons Sint-Nicolaas, de oude trouwe, die heelemaal van ons, ons eigen, is. |
|