Scheveningen.
Wij Nederlanders zijn trotsch op Scheveningen. Dat is nu eens een badplaats van den eersten rang, vinden wij. Het is daar grootscheepsch ingericht. Daar mogen de vreemdelingen naar komen kijken. Het is stellig een flink lichaam met ondernemende en kundige mannen, die daar den boel regelen.
Maar we hebben een grief: waarom niet in de namen van de onderneming en haar verschillende inrichtingen het vaderlandsche karakter getoond!
Vooreerst de naam van de onderneming zelf: Maatschappij Zeebad Scheveningen. Zeebad is geen Hollandsch. Een bad - men sla er het Groote Woordenboek maar eens op na - is het water, waarin men baadt, of de ruimte, die het water bevat, de kuip b.v., of de handeling van het baden; of, in 't meervoud, al het geneeskrachtige water op een bepaalde plaats, en tevens de verschillende inrichtingen.
Het Woordenboek zegt verder, voor ons zeer van pas: ‘Een thans nog hinderlijk Germanisme is bad in den zin van badplaats of de baden op eene bepaalde plaats: men zegt in het Hoogduitsch Karlsbad, Franzensbad, Bad Ems, Bad Wildungen, doch men kan niet in het Nederlandsch zeggen Bad Scheveningen. In het Hd. wordt ook gezegd ‘in 's Bad reisen gehen, schicken’, waarvoor het Ndl. heeft ‘naar eene badplaats gaan, naar de baden (te Spa b.v.)’.
De naam behoorde dus te wezen Maatschappij Zeebadplaats Scheveningen, of korter: Maatschappij Badplaats Schevenigen. Hier te lande verstaat men onder een badplaats er een aan zee. Voor het buitenland - in advertenties en dergelijke - gebruikt men toch een vreemde taal en daarin kan men dan in den naam laten uitkomen, dat Scheveningen aan zee ligt: Seebad Scheveningen, Schévéningue-sur-mer enz.
Dan is er het Kurhaus, door velen die geen Duitsch kennen natuurlijk op zijn Hollandsch uitgesproken. Waarom niet Badhuis? Zoo heette het vroeger. Zal men zeggen, dat het gebouw niet in de eerste plaats een badinrichting is? Maar evenmin een huis, waarin men een kuur doet. Moge eerlang de Badhuisweg weer voeren naar het Badhuis!
Met Kurhaus zou dan ook Kurhaus Bar moeten verdwijnen; wonderlijke vereeniging van twee talen in een naam. En dan is 't eigenlijk niet eens een Bar, waar de Engelschman aan de toonbank komt drinken.
Vervolgens zouden de hotels Hollandsche namen kunnen krijgen.
Men zegge niet, dat Scheveningen en vooral de hotels het van de vreemdelingen moeten hebben en de namen daarom in een wereldtaal moeten wezen. Er is niets tegen, dat men, 't zij in den gevel, 't zij in advertenties, op reclameborden enz., naast den Hollandschen naam een vertaling zet, maar men bedenke, dat men zijn land kleineert door op eigen bodem zijn eigen taal terzij te schuiven.
Men moet ook niet denken, dat de vreemdelingen dat zoo verlangen. Integendeel, het aardige van 't vreemde land gaat er gedeeltelijk voor hen af, als ze daar overal in opschriften en gedrukte stukken hun eigen taal terugvinden. Het karakter van de plaats gaat er mee weg.
Buitenslands, ook in kleine landen, vindt men nergens zooals bij ons, dat wegmoffelen van eigen taal.
Kon het vooruitstrevende bestuur van de badplaats Scheveningen eens een goed voorbeeld geven. De vreemdelingen zullen er niet minder om komen, als ze deze Hollandsche badplaats ook in zijn uiterlijk Hollandsch vinden. Allerminst.