Neerlandia. Jaargang 10

[p. 272]

Van de Boeken-Commissie

Adres van den 1en Secretaris: 206 Mathenesserlaan, Rotterdam.

Adres voor toezending van boeken: Boekenhuis, 63 van der Duynstraat, Rotterdam.

Sedert September zijn reeds verzonden of worden binnen enkele weken verzonden 70 kisten, meest bestemd voor Zuid-Afrika en voorts voor Zeemanshuizen en enkele Nederlandsch kolonies in den vreemde.

* * *

Hieronder volgt de volledige lijst der Zeemanshuizen, die boeken en wekelijks een pak couranten ontvangen; verder van de Nederlandsche kolonies, die gesteund worden, te zamen 44 adressen:

Zeemanshuizen te Altona, Antwerpen, Buenos-Aires, Danzig, Emden, Geestemünde, Genua, Hamburg, Hongkong, Huil, Kaapstad, Königsberg, Liverpool, Londen, Marseille, Melbourne, Newcastle (N.S.W.), Newport News, New Orleans, New York, St. Petersburg, Reval, Riga, Singapore, Smyrna, Stettin, Sydney.

Nederlandsche kolonies te Buenos-Aires, Chicago (2), Elberfeld, Holland (N.A.), Johannesburg, Kalamazoo (N.A.), Londen (3), Parijs (2), Pretoria, Rosario de Santa Fé, Schüttorf (in H.), Somerset Oost (K.K.), Teheran.

* * *

Te Groningen, Utrecht en den Haag is men weer aan het boeken verzamelen voor onze Commissie en in de laatste twee plaatsen wordt het vormen van een sub-commissie overwogen, zooals Delft reeds gedaan heeft.

* * *

Uit den brief van een Hollander te Pretoria, die mee ten oorlog geweest is: ‘Ik voor mij heb 22 maanden met de Boeren saam geweest en heb veel waardeering en liefde ondervonden van hen en ook, toen de oorlog voorbij was, ben ik bij een Afrikaansche familie geweest. Steeds krijg ik nog brieven van die familie uit L. Bij mijn weggaan uit het district L. was ik uitgespannen bij een B. nabij K., en bij het weggaan bedankte die vrouw mij, voor wat ik voor land en volk gedaan had, en ik kan UE. zeggen, bij zoo iets gevoelt men, dat, hoe de zaak dan ook afgeloopen is, er toch zijn, die wel degelijk gevoelen, wat de Hollandsche natie en de Hollanders hier voor hen gedaan hebben. En ik zou UE. veel meer kunnen schrijven over de behandeling ondervonden van de gewone Boeren, doch ik schrijf slechts dit, omdat UE. er misschien wel eens andere brieven of personen over gehoord heeft’.

De 1e Secretaris,

VAN EVERDINGEN.

Rotterdam, 5 November 1906.