Boekbespreking.
Dr. W. LEYDS: De Eerste Annexatie van de Transvaal. Amsterdam, Allert de Lange 1906.
Niet zonder zijn nadeel zal een ontwikkeld man dit boek ongelezen laten. Het is niet alleen de geschiedenis der eerste inlijving van de Transvaal, het is de openbaring van een stelsel, van de weloverwogen, doorzettende, elk middel aanvaardende vervolging van een zwakker volk door een sterker. Het grijpt aan als het Noodlot, maar beklemmend, zonder de loutering die het Grieksche treurspel wekte; toch even onafwendbaar, schoon het slechts de mensch geldt tegenover den mensch.
Niet Engeland alleen zal de eerlijke lezer schuldig achten aan zooveel leugen en bedrog, maar zal er in het vervolg sprake zijn van schandelijke staatkunde, dan zal aan Engeland het eerst en bij voorkeur worden gedacht, omdat nooit een boek is geschreven met zulk een vasten wil en zulk een uitgebreide kennis, om het goede recht van een onderworpen volk te handhaven. Was het beroemd geworden vlugschrift Een eeuw van Onrecht in het begin van den oorlog, in hartstochtelijke taal een dwingend afbidden van eerlijk oordeel, dit boek is het rustige, waardige beroep op heel de wereld ten gunste van het verleden der Boeren. Of beter, niet op de Boeren valt het hoofdlicht, maar op de Engelschen. Wat zij hebben gewrocht, door doen en laten, dat wordt aangetoond met bewijzen, meest aan hen zelf ontleend, bewijzen die onwederlegbaar zijn en waarvan de bestrijding alleen kan worden beproefd door iemand, doorkneed in de staatsstukken als dr. Leyds, en dan in een boek dat het zijne in omvang evenaart. De schrijver van zulk een boek zou moeten kunnen aantoonen dat alles wat Leyds vermeldt juist andersom is, want alle bewijzen door dezen gegeven zijn onderling één en onverbreekbaar geworden, omdat zij vormen een stelsel.
Dit boek is ook een boek van machtige zelfbeheersching. Men voelt onder het lezen dat de verontwaardiging met moeite wordt in toom gehouden; het is het werk van een man die zich met geweld dwong tot onpartijdigheid. Want niet tot eigen leering heeft hij gezocht en gevonden - hij zelf wist reeds lang - maar hij wilde aan de wereld laten zien, klaar en helder, wat hij wist, waarom en hoe de Boeren tot den laatsten wanhoopskrijg zijn gedreven. En zoo geweldig is die kracht in het boek, dat het ook den lezer gelukt zich tot rust en kalmte te stemmen, schoon nog, ondanks alles, evenals hier en daar in het boek zelf, de verontwaardiging hem uit de poriën slaat.
Niet om ons, Nederlanders, is dit boek geschreven, noch om de Duitschers en Franschen, in wier taal het ook uitkomt, maar in de eerste plaats om de Engelschen zelf en voor hen. Als heel Engeland weet, zal het meerendeel van Engeland erkennen, dat veel onrecht hersteld moet worden in de toekomst, indien het land vrede zal hebben met zich zelf. En dan, na Engeland, wete de geheele wereld, wete Zuid-Afrika zelf bovenal.
* * *
Wat zegt Engeland van dit boek? Ziedaar wel een hoofdvraag. En toch, afdoend antwoord kan nog niet worden verwacht. Het zijn niet anders dan stemmingen die de pers vermeldt en die wisselen naar de staatkundige partijen. Voor studies, bron naast bron, is de tijd nog niet gekomen; zelfs is niet te hopen dat die spoedig verschijnen, want zij zouden niet dan gebrekkig kunnen zijn. De Daily Express is zeer oppervlakkig in haar smalende aankondiging. Met volslagen onkunde zegt zij dat dr. Leyds de wereld wijs wil