Allerlei.
Ned. Genootschap in Japan.
Mr. J.E. Heeres schreef in Eigen Haard over ‘Een Nederlandsch genootschap in Japan’, waaraan het volgende ontleend is:
In de tweede helft der 18e en in 't begin der 19e eeuw leefde in Japan een geleerd man, Otsuki Gentaku (1757-1827), die Nederlandsch kende en belang stelde in alles wat de Westerlingen betrof. Hij vereenigde in 1794 een kleinen kring vrienden en leerlingen, welke, als hij, aan Europeesche zeden en gebruiken hun aandacht schonken, aan een maaltijd ten zijnen huize op onzen Nieuwjaarsdag. Het bleef niet bij dezen eenen keer: Otsuki Gentaku ging ook in latere jaren daarmede voort en maakte voor hem en dezen zijnen kring een gewoonte van de Nieuwjaarsviering eenigermate op Nederlandschen trant. Hij was knap in het vertalen, vooral had hij zich toegelegd op de studie der medicijnen: op de Hollandsche geneeskunde. Hij meende de Westersche kennis noodig te hebben voor zijn land, vooral ook op het gebied der medische studiën. En daarom vergaderden verschillende geleerden in de orchideeën- of eendrachtzaal, om er de glorie te zoeken der studie van het Westen en van de vertalingskunst.
Tevens deed onze vriend den Nederlanders de plechtige gelofte, ‘met de handen aan de ooren van een rund’, om deze bijeenkomst ‘gedurende meer dan tien jaren’ te herhalen, steeds op den Hollandschen Nieuwjaarsdag. ‘En toen legden daarop de menschen zich altegader op dien tak van studie toe’. Onze Japanner nu wilde voor de toekomst arbeiden en richtte daartoe een vereeniging op: aldus den Nederlandschen stijl blijvende volgen.
't Eigenaardige dezer mededeelingen is, dat ze voorkomen op een Chineesche prent, welke prof. Heeres verleden jaar ten geschenke ontving van een jong Japansch geleerde, Dr. A. Saito van Sendai, die geruimen tijd in ons land vertoefde om in de Ned. Archieven een geschiedkundig onderzoek in te stellen naar de betrekkingen tusschen Japan en verschillende Westersche mogendheden.