De Liederenavond voor 't Volk te Rotterdam.
Mej. Cato Scholten schrijft aan Neerlandia:
De liederenavonden waren hier ingericht als volgt: Van half November af tot 16 Mei werden om de 14 dagen des Woensdagsavonds van 8-9½ uur telkens 2 of 3 liederen geleerd, Hollandsche en Vlaamsche.
Eerst werden de woorden voorgelezen en verklaard door den heer Th. Nolen, daarna zoo dikwijls door mij herhaald en door al de aanwezigen in koor nagezegd, totdat die woorden door allen gekend werden. Hieruit volgt dat niemand de woorden in handen kreeg, wel mocht men die opschrijven.
Kende men de woorden goed van buiten dan werd, door een goed geschoolde stem de melodie voorgezongen. Op deze wijze werden er op den 16en Mei gezongen (de algemeene herhalingsavond) 17 liederen flink uit 't hoofd.
Door advertentiën in een plaatselijk blad en door strooibiljetten (dit laatste middel hielp niet) kwamen op den eersten avond ongeveer 15 meisjes. Dit aantal groeide aan, totdat later nadat eenige minder gewenschte elementen van zelf weer wegbleven, er ongeveer 50 getrouwen overbleven.
Later bleek dat door meer adverteeren het aantal aanmerkelijk grooter zou zijn geweest.
Kosten voor een zeer eenvoudig zaaltje, drukwerk enz. beliepen een kleine 100 gulden.
Door al de meisjes werd verzocht ook tijdens den zomer met deze bijeenkomsten door te gaan, wat helaas om verschillende redenen niet kon plaats hebben.
De heer Th. Nolen en de dames E. Baelde en