holpen. Is het nu, dat het Bestuur tegenover hardnekkige vijandigheid van vreemde belagers ook steun wil vinden bij Vlamingen? Althans een eerste erkenning onzer moedertaal schijnt bij het Bestuur van den Congo-Vrijstaat te wijzen op eene verandering in zijn houding tegenover onze taal. Een overeenkomst werd gesloten tusschen den Heiligen Apostolischen Stoel en den Congo-Vrijstaat, waarin deze laatste, voor den afstand van grond aan Katholieke missies, bedingt dat deze scholen zullen oprichten voor de inboorlingen, waarin zij zullen bekwaamd worden voor land- en boschbouw of beroepsonderwijs zullen genieten.
Art. 3 van deze overeenkomst luidt: ‘Het programma der studiën en der leergangen zal aan den Goeverneur-Generaal onderworpen worden en de leervakken zullen door onderling overleg bepaald worden. Het onderwijs in de Belgische nationale talen zal noodzakelijk deel uitmaken van het programma’.
Het Algemeen Nederlandsch Verbond zal maatregelen nemen om zich te vergewissen of dit beding geen doode letter blijft en zal het zijne bijdragen tot verbreiding van onze taal in den Congo-Vrijstaat.