Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdZuid-Nederland.Aalst. - Op Zaterdag 10 Maart waren de leden van de Letterkundige Afdeeling bijeengekomen om den heer Advocaat Paul Michiels te hooren, die zou handelen over het ‘Strafrecht.’ In zijn voordracht ging hij na - en dit met de geschiedenis van de evolutie van het strafrecht in den loop der eeuwen te maken - op welke gronden ons hedendaagsch Strafwetboek is gebouwd. Maar dit, evenmin als zijne voorgangers, is van gebreken vrij te pleiten en de voordrachthouder toonde aan waarin die bestaan. De verschillende stelsels, o.a. dat van Lombroso, die worden vooruitgezet om in dien toestand verbetering te brengen, werden uitvoerig besproken. - Evenals de vorige, werd de vergadering van 24 Maart, waarin de Heer Is. Hallaert eene lezing over de ‘Weezenopvoeding in België’ hield, druk bezocht. De spreker had zich tot doel gesteld de belangstelling in het lot der weeskinderen te wekken, en tevens op te komen tegen het verouderd stelsel van uitbesteding ten plattenlande, dat nog heden in menige groote stad wordt toegepast. Aan | |||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||
de hand van vertrouwbare gegevens- en statistieken werd de vergelijking gemaakt van de uitslagen met de opvoeding in weesgestichten en met die door de uitbesteding bekomen. De gevolgtrekking is beslissend: het stelsel van uitbesteding, zooals het nu wordt toegepast, is niet in verhouding met onze huidige beschavingstoestanden en de voorkeur dient ver uit aan de opvoeding in gestichten gegeven te worden. - De Aalstersche Tak heeft zijn Bestuur samengesteld als volgt: A. Brys, Voorzitter, I. Hallaert, V. Desmet, Onder-Voorzitters; A. Buys, P. Van Schuylenbergh, G. Wellekens, Secretarissen; Mejers. C. Reyniers, A. Schouppe, J. Van Driessche, de Heeren L. Callebaut, P. Nys, J. Sterck, leden.
Antwerpen. - Op 2 Maart hield onze Tak zijn jaarlijksche algemeene vergadering. Nadat de Secretaris verslag had uitgebracht over de werkzaamheden van het afgeloopen jaar, werd er voorzien in de vernieuwing van de helft van het bestuur. Werden verkozen, de H.H. Aug. Bossaerts, R. De Bock, A. De Vos, Genbrugge, J. Kamerling, M. Rudelsheim, Edw. Schiltz, K. Van den Oever, A.C. Van der Cruyssen. Als afgevaardigden in het Groepsbestuur in de plaats van de H.H. Leo Bouchery en H. Van der Ven, die aftreden en niet herkiesbaar zijn, zullen de H.H. Flor. Heuvelmans en Aug. Bossaerts worden voorgesteld. Als stemgerechtigden op de Algem. vergadering van de Groep werden aangeduid: de H.H. Lode Baekelmans, Aug. Bossaerts, R. De Bock, V. Genbrugge, Flor. Heuvelmans, Jef. Kamerling, Hubert Melis, Lodewijk Plessers, Marten Rudelsheim, Edward Schiltz, Smeding, Tombeur, Frans Van Cuyck, Frans Van Laar, Armand Van Puymbroeck; en als plaatsvervangers, de H.H. Fr. Buijens, De Jans, Arth. De Vos, A. Picard, E. Smets, Jan Van Laar. Vervolgens had een bespreking plaats van de voorstellen, die onze Tak op de Algem. Groepsvergadering zal neerleggen. De heer M. Rudelsheim deed in een weldoordachte rede de noodzakelijkheid uitkomen van het inrichten van een vrije Vlaamsche mijnenschool in het Vlaamsche land. De heer Lode Baekelmans richtte een krachtigen oproep tot de aanwezigen om een krachtige propaganda op touw te zetten voor de Vlaamsche Hoogeschool door een verbond van alle Vlaamsche maatschappijen. Daarna drukte hij den wensch uit, dat het Alg. Ned. Verbond steun zou verkenen aan kwijnende volksbibliotheken. De H.H A.C. Van der Cruyssen en Flor. Heuvelmans, voorzitters, namens den Tak, en de heer J. Van Kerckhoven-Donnez namens het Hoofdbestuur, bedankten in warme bewoordingen de H.H. Aug. Bossaerts, Fr. Van Laar en Lod. Plessers voor de studie, die zij schreven over de Vlaamsche grieven en hun herstel. Op hun aanvraag besloot de Algemeene Vergadering het werk in druk te laten verschijnen en aan al de leden te zenden. Steun zal daarvoor aan het Groepsbestuur worden gevraagd. De Heer Edw. Schiltz wees er op, dat het op den weg ligt van het Alg. Ned. Verbond de briefwisseling te vergemakkelijken tusschen alle leden, waar ter wereld zij zich ook ophouden. Naar middelen tot doelmatiger inrichting moet worden gezocht.
Lier. - In den loop der maand Maart hield onze letterkundige afdeeling twee belangrijke vergaderingen. Onze onder-voorzitter, M.L. Torfs, gaf ons een ontleding van Hegenscheidt's Starkadd en M.L. Meylemans, leeraar aan de middelbare school besprak Couperus' Majesteit.
Lokeren. - Sedert de laatste mededeelingen over onze werkzaamheden, is in onze Letterkundige Afdeeling over de volgende punten gehandeld:
De vergaderingen worden zeer regelmatig door de leden, en soms ook door vreemden bezocht. Al de voordrachten worden door zeer ernstige besprekingen gevolgd, welke, wij hopen het althans, in onze stad heerlijke vruchten voor de Vlaamsche zaak zullen afwerpen. In de maand December heeft onze ijverige voorzitter eene feestrede gehouden over K.L. Ledeganck. Hij zet ook regelmatig zijnen leergang voort in Nederlandsche Letteren. Voor het oogenblik handelt hij over Vondel.
Oostende. - De heer P. Van Cleven, de bekende schrijver van ‘Keitjes en Steentjes’, vergastte ons op een nieuw werk ‘Lena’ waaruit hij ons eenige brokken voordroeg. Het is een reeks tafereelen uit het visschersleven die ons allen zeer geboeid hebben door hunne afwisseling, de sierlijkheid der taal, en den rijkdom der beelden. Het is een brok werkelijk leven. De bijval van den heer Van Cleven was zeer groot en ruim verdiend. De heer Lefèvre gaf een geschiedkundig overzicht van den eeuwenouden strijd van Oostende tegen de zee. De heer Maurits Basse, leeraar te Gent, heeft een reeks van 4 lessen gegeven over Shakespeare, die door een groot aantal toehoorders gevolgd werden. Het immer aangroeiende publiek was het beste bewijs van de belangstelling, welke spreker verwekt had en van den bijval onzer kostelooze en openbare voordrachten.
N.B. Het Jaarverslag van Gr. België kan wegens plaatsgebrek in dit nummer niet meer worden opgenomen. Red. |
|