Nederland in China.
De Londensche correspondent van het Handelsblad is in het nr. van 14 Febr. ‘interviews’ begonnen met den heer C. Kraay over China, Japan en Ned.-Indië.
Het volgende is er uit overgenomen:
- ‘En hoe denkt u over Nederland's positie in China?’
- ‘Ik herinner mij dat de heer Von Zeppelin Obermüller, Ned. Consul te Tientsin, in zijn verslag over 1904 vermeldde, dat de Nederlandsche invloed in Noord-China zich uitbreidde. Thans, in 1906, gelden deze woorden in nog sterker mate en hetzelfde is m.i. óók op Zuid-China toepasselijk.
Uit ondervinding in zaken - opgedaan ter plaatse zelve - weet ik hoe zeer in China en Hongkong Nederland's diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers met hart en ziel op practische wijze voor nationale belangen ijveren, en die ondervinding geeft mij de overtuiging dat Nederland zijn vooruitgang aldaar ten deele aan hen verschuldigd is.
‘Uit gepubliceerde vroegere interviews enz. acht ik bekend, dat, naar mijne meening, in China een groot exploitatieveld op allerlei gebied voor Nederland openligt. Thans nu zich in China een begin van zelfhervorming openbaart, zijn mijne vroegere opmerkingen m.i. meer dan ooit van kracht geworden. Onder anderen zijn de verdere stappen, die de Chineesche regeering tot doorvoering van de hervorming van het muntwezen gedaan heeft, van veel belang.’