Neerlandia. Jaargang 9
(1905)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
Vacantie-cursus 1905.Op vele universiteiten bestaat sinds lang de gewoonte, tijdens de vacantie leergangen in te richten, vooral ten behoeve van vreemdelingen die de taal willen leeren en daartoe slechts gedurende de vacantie gelegenheid hebben. Thans is te Leiden, van 18 tot 30 September, voor het eerst een dergelijke vacantie-leergang gegeven door de Hoogleeraren Drs P.J. Blok, G. Kalff en J. Verdam; deze werd gevolgd door 18 Vlaamsche studenten. De Vlaamsche Beweging heeft zich een nieuw doel gesteld in de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, die, midden in Vlaamsch land gelegen en bijna uitsluitend door Vlamingen bezocht, nog altijd in verreweg de meeste leergangen de Fransche taal voor het onderwijs bezigt. Het was dringend noodig, dat de Vlaamsche Studenten door een bezoek aan Noord-Nederland's wetenschappelijke instellingen leeren ademen in een vrije lucht, zuiver van alle Fransche besmetting; dat zij in een omgeving, die met hun Nederlandschen aanleg strookt, in staat gesteld worden de wijze te bestudeeren, waarop zich het Hooger Onderwijs in Nederlandschen trant heeft ontwikkeld. Banden zijn langzamerhand ontstaan tusschen de studenten van Noord en Zuid en thans hebben genoemde hoogleeraren een goede daad verricht, door zich beschikbaar te stellen voor het geven van een leergang, waardoor Vlaamsche Studenten in de gelegenheid waren hier in korten tijd betrekkelijk veel te leeren en op te merken. * * * ‘Toen we op Hollandschen bodem traden, hebben we een ons tot-nog-toe onbekend gevoel ondervonden, een gevoel dat ook wel onuitwischbaar bijblijven zal: een gevoel van trots. Ja, we zijn trotsch geworden op onze taal, toen we ze hier algemeen hoorden spreken, toen we hier zelfs in de hoogste kringen ons sierlijk en lenig Nederlandsch vrij konden gebruiken, zonder te moeten doorgaan voor een lompen boer, die een onmogelijk dialect brabbelt, zooals het wel vaak in België het geval is.’ Met deze woorden begon een der deelnemers aan den vacantieleergang, de heer Polderman, zijn afscheidswoord tot professor Kalff. En deze Vlaming in merg en been was de tolk van allen, zij hadden met elkaar deze toespraak overlegd, zoodat men wel als zeker kan aannemen, dat zij ook het gevoelen der overigen teruggaf. De trots, dien zij voelden, was heerlijk en geeft een blijde hoop op de toekomst. Zij, de a.s. leiders van de Vlaamsche Beweging in Zuid-Nederland, kunnen nu met nog meer zelfvertrouwen dan vroeger voor onze taal opkomen. Dit is een der schoone gevolgen van de welwillendheid der Leidsche professoren. Zij hebben de merkwaardigheden van de voornaamste Hollandsche steden aanschouwd en voelen zich ook daardoor meer Nederlander dan voorheen. Ook het bijwonen der Leidsche Colleges is voor hen éen genot geweest. Zij, die in België bijna geheel verstoken zijn van Vlaamsch Hooger Onderwijs, hebben thans een blik kunnen slaan in de geschiedenis en de letterkunde van onze in België zoo weinig gekende ‘Gouden Eeuw’. Professor Kalff gaf een overzicht van de Noord-Nederlandsche letterkunde der 17e eeuw, de groote schrijvers als Vondel, Hooft, Huygens, Cats, Camphuyzen en Bredero werden met de den Hoogleeraar eigen eenvoud behandeld. Aan het Zeventiend-eeuwsch tooneel werd een afzonderlijk college gewijd. Professor Verdam heeft de philologische behandeling der zeventiend-eeuwsche schrijvers en dichters bestudeerd en aan het verhandelde de lezing vastgeknoopt van enkele gedeelten uit de Nederlandsche Historiën van Hooft en het Cluyswerck van Huygens. De tweede week werd de Reinaert besproken en toegelicht, o.a. door vergelijking met andere tekst-uitgaven. Professor Blok gaf zijn gehoor een - zoo mogelijk - nog aantrekkelijker onderwerp over | |
[pagina 186]
| |
de betrekkingen van Noord- en Zuid-Nederland gedurende de zeventiende en achttiende eeuw. Hij trachtte daaruit op te helderen in hoever de scheiding van 1830 te verklaren is geweest en kwam tot het besluit, dat de beste oplossing de blijvende scheiding was in twee desnoods wedijverende natiën, door hare historische ontwikkeling tot scheiding veroordeeld, maar tevens op elkaar aangewezen om, door vriendschappelijke banden aan elkaar verbonden, elkanders onafhankelijkheid in elkanders belang te steunen. Het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft de schoone taak, gewenschte samenwerking in dezen zin te bevorderen. Dat de Vlaamsche Studenten ingenomen waren met deze colleges, laat zich hooren. Het zou te ver voeren de afscheidswoorden, die tot iederen professor gesproken werden, te herhalen, hoewel zij een aardigen kijk geven op hun dankbaarheid, en het is dan ook zeker dat het schitterend slagen van den vacantieleergang, die na 75-jarige scheiding een eerste, ernstige verbroedering tusschen de studenten van Noord en Zuid heeft teweeggebracht, voor het grootste gedeelte aan de Heeren Professoren te danken is. Dit jaar hebben Vlaamsche Studenten den weg naar Noord-Nederland gevonden, het lijdt geen twijfel of ze zullen a.s. jaar in grooter getale het eenmaal gebaande pad opgaan.
* * *
Welke is nu de houding, die het Algemeen Nederlandsch Verbond moet aannemen tegenover deze zoo recht op haar doel afgaande onderneming? Hij moet volgens zijn Statuten zijn doel bereiken door ondersteuning van het onderwijs in de Nederlandsche taal, overal waar die bedreigd wordt, en naar onze meening vindt hij in het steunen van deze vacantie-leergangen een voortreffelijk middel. Thans stelde de Bond van oud-leden van het Studentengezelschap ‘'t Zal wel gaan’ te Gent twaalf beurzen beschikbaar voor Studenten, die den cursus wilden bijwonen, doch dit niet uit eigen middelen konden bestrijden. Deze Bond deed reeds, wat op den weg van het A.N.V. had gelegen,Ga naar voetnoot*) door op deze wijze het begin mogelijk te maken van een arbeid, die zonder twijfel langzamerhand in omvang en beteekenis zal toenemen. Een volgend jaar rekenen wij er dan ook vast op, dat de Algemeene Vergadering een flinke som daarvoor beschikbaar zal stellen.
R.E. Kielstra,
Schrijver Studenten-afdeeling, Leiden. |
|