Ingezonden
Zuid-Afrikaanse Studenten.
Mijnheer de Redacteur!
Het belangrijke hoofdartikel in het Maartnummer van Neerlandia betreffende ‘Vreemde Studenten aan Noord-Nederlandsche Hoogescholen’ noopt mij tot het maken van een paar opmerkingen.
Toen de ‘Wet op het Hooger Onderwijs’ in dier voege gewijzigd werd dat zij worden toegelaten tot de Nederlandse universitaire examens, die het ‘Matriculation examination’ van de ‘University of the Cape of Good Hope’ met goed gevolg hebben afgelegd, was H.M. Regering of onvolledig ingelicht, òf voerde de grote liefde voor onze Zuid-Afrikaanse stamverwanten tot een goed bedoelde, maar zeer ondoelmatige maatregel.
In 1904 hadden 104 jongelieden, meisjes en jongens, die Matriculatieexamen deden, de leeftijd van zestien jaar nog niet bereikt. Van de meer dan duizend candidaten waren er toen verscheidene van veertien, ja zelfs dertien jaar. Het is hier de plaats niet om de eisen voor het Matriculatieexamen te bespreken, maar ieder zal inzien, ook zonder nadere toelichting, dat wat door dertienjarigen als voldoende werk geleverd wordt, bezwaarlik kan worden gelijkgesteld met wat geeist wordt bij het eindexamen gymnasium of staatsexamen in Nederland.
Vroeger was een bewijs van goed afgelegd Intermediate Examination’, benevens bewijs van kennis van Grieksgeeist, om in Nederland tot de universitaire examens te worden toegelaten. Dit examen kan één jaar na het Matriculatie worden afgelegd. Maar ook vijftienjarige Intermediate-studenten zijn nog niet rijp voor het Nederlands universitair onderwijs.
Niet wenselik is het Afrikaanse studenten vroeg te onttrekken aan de Zuid-Afrikaanse Colleges (South Africa College te Kaapstad en Victoria College te Stellenbosch) Geen Afrikaner zou gaarne zien dat jongelieden van hier te jong en onvoldoende voorbereid in Nederland gingen studeren. Wat gewenst wordt, en wat alleen goede resultaten èn voor Zuid-Afrika èn voor Nederland zal opleveren is, dat een goede regeling gemaakt wordt voor hen, die voor het B.A. examen slaagden; dat hun gelegenheid gegeven wordt hun studie in Nederland voort te zetten, onder erkenning van het goede werk in Zuid-Afrika gedaan. En komt een M.A., laat dan niet eerst een candidaatsexamen geeist worden vóór hij zich aan het doctoraalexamen mag onderwerpen.
Wat theologie betreft, laat men in Nederland zich goed laten inlichten over wat het ‘Theologisch Seminarium’ te Stellenbosch doet; dan kan een regeling gemaakt worden voor de studenten die de doctorsgraad in Nederland willen halen.
Aanstaande medici moeten in Nederland hun doctorsgraad kunnen halen, voortbouwend op wat ze als B.A. in Zuid-Afrika deden, zonder gedwongen