Ingezonden
Leuk.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van het ingezonden stukje van Mr. C. Bake in het Januari-nummer van Neerlandia, kan ik niet nalaten eindelijk eens te wijzen op een mooi Hollandsch woord, dat ook dreigt verloren te gaan; niet door onbruik maar in beteekenis, door het veelvuldig gebruik er van in verkeerden zin. Ik meen het woord ‘leuk’. Door oud en jong wordt dit tegenwoordig gebruikt voor iedere aangename gewaarwording; al wat prettig, aardig, lekker, mooi, onderhoudend, gezellig, en nog veel meer is, heet leuk. Ik doe het nooit; maar gebruik ik het in de oude, in geen enkele taal vertolkbare beteekenis, dan twijfel ik of ik begrepen word. Het is werkelijk te jammer; eenmaal in zijn oorspronkelijkheid verloren gegaan, is het wellicht door geen ander woord te vervangen.
Als een bijzonderheid zou ik hier nog kunnen bijvoegen dat de Zeeuwen er zich niet, of misschien zeldzaam aan schuldig maken. Bij een meestal zeer slordige uitspraak, hebben zij vaak een goed ontwikkeld taalgevoel, zullen aan juiste, kernachtige uitdrukkingen vasthouden, en niet licht, b.v. indertijd, voor destijds prijsgeven, kennen voor kunnen gebruiken en omgekeerd, zooals men in andere provinciën tegenwoordig uit bijna ieders mond kan hooren.
Zou de eigenaardigheid der Zeeuwen zich ook in de Noordelijke provinciën voordoen?
U dank zeggend voor de verleende plaatsruimte,
J. Schuurbeque Boeije.
Ginneken.
Naschrift. Freule Boeye heeft gelijk wat leuk betreft. Het was zoo'n mooi woord in onzen taaltuin, nu is het onkruid geworden, dat andere nuttige plantjes verstikt. Maar wat er aan te doen? Concerten, roomhorens, avondjes, jongens, meisjes, tuinen, tafels, landen en beestjes, zij allen zijn en blijven met elkaar en hunne lotgenooten een leuke pan, totdat.... ja, tot wanneer? Even onnaspeurlijk als het begin zal het einde zijn.
Ook onkruid vergaat; helaas! Maar met het mooie, scherp omlijnde van het oude leuk is het voor goed gedaan. Dat haalt het nooit meer op.
Verder, slordigheid van uitspraak en woordgebruik. Het wordt beter, ontegenzeggelijk, zooals over 't geheel inzinking van ons volksbewustzijn heeft opgehouden. Maar wat zal er nog veel water door Maas en Rijn vloeien, eer de Nederlander in dit opzicht zijn buren evenaart, eer in alle wel-