Neerlandia. Jaargang 7
(1903)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingenZ.Ex. de gouverneur van Suriname, C. Lely, is begunstigend lid geworden van het Alg. Ned. Verbond en heeft het beschermheerschap der groep Suriname aanvaard.
* * *
Door de Commissie tot inzameling van boeken zijn reeds 15 kisten naar Zuid-Afrika gezonden.
* * *
De Afdeeling Eindhoven is wegens gebrek aan belangstelling opgeheven, wat echter op het aantal leden aldaar geen invloed heeft gehad. * * *
Het Hoofdbestuur vergadert Zaterdag 20 Juni te Dordrecht.
* * *
De heer J.G. van Grol, gezagvoerder van St. Eustatius zal op dit eiland een Ned. bibliotheek oprichten. Hij heeft daarvoor den steun gevraagd van het A.N.V. en de Maatschappij tot N.v.t.A. Deze hebben zich met elkaar verstaan en door vriendelijke tusschenkomt van den heer dr. Greshoff, directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem, wordt deze maand een kist met boeken naar St. Eustatius gezonden.
* * * | |
[pagina 78]
| |
De heer Julius Obrie, voorzitter van Groep B. verzoekt ons te melden dat bij vergissing zijn naam voorkomt onder het Verslag der werkzaamheden van Groep B in 1902, dat in het vorig nummer werd geplaatst, aangezien dit stuk door hem niet werd onderteekend. Deze onschuldige vergissing is niet in Vlaanderen begaan. Red. * * * De vorige maand heeft dr. H.J. Kiewiet de Jonge een lezing gehouden voor de leden der Afd. Arnhem. De bijeenkomst was druk bezocht. * * * De bibliotheek der krijgsgevangenen van Ceylon, welke ongeveer 1000 boeken telt en ter beschikking van het A.N.V. was gesteld, zal naar den Oranje Vrijstaat worden gezonden. * * * De Handelsvereeniging te Soerabaja maakt ons door haar secretaris opmerkzaam, dat zij sedert meer dan 50 jaar bestaande, aan iedereen alle handelsinlichtingen verschaft. Dit naar aanleiding van het stukje van den heer K.A. James in Neerlandia van Maart. * * * Aan de 600 consulaire ambtenaren van Nederland is in Mei het volgend schrijven verzonden:
Wel Ed. Gestr. Heer,
Bij dezen hebben wij de eer U toe te zenden een nummer van Neerlandia, maandblad van het Alg. Nederl. Verbond, zijn statuten en een geschrift, waarin het doel nader wordt uiteengezet. Het A.N.V. beoogt in hoofdzaak: behartiging der belangen en versterking van den Ned. Stam, o.a. door uitbreiding en bevestiging van de Ned. Taal en opwekking van het Nederlandsch Stambewustzijn. Het is dus onze plicht alle Nederlanders, waar ter wereld zij zich ophouden, te doordringen van het groote belang, dat zij hun stam en taal getrouw blijven en er toe meewerken den Nederlandschen naam in het Buitenland hoog te houden. Op hen ook rust de ernstige plicht Nederland te steunen in zijn poging om zich te doen gelden in den wedstrijd der volken en zich een deel te verwerven van de voordeelen, die buiten onze grenzen op het gebied van handel en nijverheid en ook op dat der kunst zijn te behalen. Voorkomen moet worden, dat de Nederlanders in den vreemde zich van hun nationaliteit afkeeren: er naar gestreefd, dat zij op elk gebied de betrekkingen met het Vaderland onderhouden. Een klein land als het onze mag geen enkele zijner zonen laten verloren gaan. Wij noodigen U daarom beleefd uit, ernstig kennis te willen nemen van ons streven, U bij het A.N.V. aan te sluiten en de Nederlanders in Uwe omgeving te vereenigen tot een Afdeeling. Wij veroorloven ons daarbij in herinnering te brengen, dat H.H.M.M. de Koningin en de Koningin-Moeder door eene ruime gift Hare groote belangstelling in het Verbond hebben getoond, terwijl op de Nederlandsche Staatsbegrooting voor 1903 een post ten behoeve van het Verbond is gebracht. Ten slotte vestigen wij Uwe aandacht op het volgende bericht uit de Staatscourant. ‘Op 1 Juli zal de wet van 12 December 1892 (Staatsblad no. 268) op het Nederlanderschap gedurende 10 jaren in werking zijn geweest’. Het ter kennis brengen van deze mededeeling aan de Nederlanders in Uwe omgeving achten wij voor den Ned. Stam van groot belang. In de verwachting dat U zal willen medewerken om den band tusschen de Nederlanders in den vreemde en het Vaderland te versterken, en ons tot nader inlichting gaarne bereid verklarende, hebben wij de eer te zijn, Met de meeste hoogachting, Namens het Hoofdbestuur, H. Kern, Algemeen Voorzitter. P.J. de Kanter, Algemeen Secretaris. De heer Mr. A. Lind, advocaat te Amsterdam, zond ons naar aanleiding van het antwoord van den consul te Barbados, in het Meinummer openbaar gemaakt, het volg nd schrijven door hem van den Nederlandschen Consul te Gibraltar het vorige jaar ontvangen.
Dear Sir.
With reference to your letter of the 27th ultimo, I shall feel obliged if you will furnish me with a translation of same either in English or French so as to enable me to reply to your inquiry.
I remain, Dear Sir Yours faithfully D.I. Thomson, Vice-Consul. |
|