Allerlei.
Hollandsche werklieden in de Kaap-Kolonie.
Breemer en Osnabrugge zijn twee Hollandsche timmerlui, die door bemiddeling van een Hollandsche dame in de Kolonie en onzen Consul in Kaapstad, werk hebben gekregen, eerst in Paarl, nu voordeeliger in Caledon, beiden Kolonie. Ziehier een stukje uit een brief: ‘Wij hebben hier in Caledon een blanke voorman, een Engelschman; hij heeft wel niet veel met Hollanders op, doch onze Patroon denkt er anders over; die mag de Hollanders nog wel, niettegenstaande dat hij toch volbloed Engelschman is. Wij werken hier aan het badhotel dat met 100 kamers vergroot wordt, dus geachte mej. een aardig werk niet waar. Op heden zijn wij nog maar met 10 carpenters, allen blanken en ik denk zoowat een 25 à 30 metselaars, ook allen blanken en als men dan zoo op het werk loopt is het net eender als de torenbouw van Babel eene volkomen spraakverwarring. Men hoort hier Engelsch, Fransch, Duitsch, Italiaansch, Hollandsch, Zweedsch, Afrikaansch, ja ik weet al niet wat meer, het is een warboel door elkaar in een woord en toch het is niet ongezellig men hoort nog eens wat en leert meteen.’
In Paarl verdienden zij 7 sh. per dag van 10½ uur, in Caledon ongeveer 16 sh. per dag van 8½ uur. Goed werkmanskosthuis voor £ 1,5 per week.