de bekende leerling en vriend van Guido Gezelle, deze zomer ondervoorzitter van ons Congres, pastoor te Ingoyghem bij Kortrijk. In Amsterdam (2 avonden), in Utrecht, Zwolle en Leeuwarden heeft hij in z'n eigen zoet Vlaams, voor velen 'n openbaring, dat ze 't zo goed verstonden, gesproken over Gezelle en zijn betekenis voor Vlaanderen's ontwaakt volksleven, Vlaanderen's bloeiende volkskunst, die stromend van lenteweelde ons in ons oude koude Noorden komt verkwikken en koesteren, tot 't zonnetij wordt in ons hart! Een ‘geweldige’ Vlaming noemde Verriest zichzelf, de fijn besneden dichterkop, vurig strijder voor zijn moedertaal, door heel het jong Vlaanderen van heden als op de handen gedragen, vereerd met innige liefde en hartstochtelike bewondering. Tintelend, kleurrijk was al wat hij zei met ‘zinderend’ hart, en wij trilden mee op zijn heerlik lyries woord.
Wie hier in 't Noorden Hugo Verriest gehoord heeft, zal 't niet licht kunnen vergeten.
J. Aleida Nijland.