Taalbederf in Duitsch-Z.W.-Afrika.
Eenigen tijd geleden heeft de Duitsche predikant Anz te Windhoek een lezing over bovenstaand onderwerp gehouden, die de aandacht van geheel het moederland getrokken en zelfs een schrijven en steuntoezegging van den Rijkskanselier, Graaf Von Bülow, uitgelokt heeft.
Levendig heeft genoemde predikant de verbazing geschetst van alle Duitschers, die te Swakopmund aan land stappend in plaats van hun moederspraak te hooren, kennis maken met een mengelmoes van Duitsch, Hollandsch, Engelsch en Kaffertalen. Woorden als amper, misschien, vuur, ravier, zweep, hastig (haastig), püts (water), hee (nein), poend (pond sterling), shilling, six pence, worden allerwege gehoord. De heer Anz veronderstelde terecht, hoe belachelijk zijn landgenooten in D.Z. W.-Afrika zich tegenover Boeren en Engelschen aanstellen door zulk een gebroken taal te spreken. Hij stelt ten slotte den eisch: tusschen Duitschers en tegenover Kafferbedienden worde niet anders dan Duitsch gesproken.