Neerlandia. Jaargang 6
(1902)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAllerleiZ.A.R. en O.V.S. herinnering.Ga naar voetnoot*)
Kom Burgers, kom en hoor
Van onze vrije Republiek
Wij moet nu al weer gaan
Voor de kogels te gaan staan
Wij zijn nu aangezeg
Met die rooies te gaan veg
Zoo laat ons voorwaarts gaan
Om hulle te verslaan.
Ik weet dat gij van kleins
af dapper helden zijt,
Schaars achttien jaren oud
Moest gij al trek ten strijd
Schaars dat gij brood kon vraag
Moest g'al die wapen draag
Zoo toon dan weer uw moed
En strijd voor Land en Goed.
Gedenk aan vroeger tijd,
Hoe zwaar ons Volk moest lijd
Door Kaffers werd trotseer
Door Engelschman beheer,
Doch nu is ons land eens vrij
Zoo laat ons samen strij.
Geef altijd lof en eer
Aan God, onzen Heer.
Gedenk aan Dingaansdag,
Hoe ons ouders werd geslag,
Hoe ons broeders onverhoord
Door Kaffers werd vermoord,
Die moorden daar gepleegd
Die doet ons hart opsteeg,
Zoo laat toch niets ontbreek
Laat ons die bloed nu wreek.
Gedenk aan Colley's kop
En geef den moed niet op,
Als gij gedenk aan Langes Nek
Is England dan vooorwaar de plek
Voor welk wij hoef te vrees?
Gij moet slechts dapper wees
Op Hem uw hope bouw
Op wien wij kan vertrouw.
Ons ouders had dit zwaar
Hulle veg tegen barbaar,
Met ZannaGa naar voetnoot**) en steengeweer
Moest hulle die vijand keer
Maar Mausers het ons nou
En die maxim schiet zoo gauw
Die snelvuur is ook daar
En die bom maak alles klaar.
Daar in die gouden stad
Zit die Rooies afgemat.
Hul hou heel groote baas
En maak zooveel geraas.Ga naar voetnoot1)
Maar de Wet die zal daar kom
Om die Rooies te verstom
Die kogels zal daar fluit
Die Rooies moet daaruit
Die dorp waar die Rooies woon
Zoo vruchtbaar en zoo schoon
Het land, dat gij daar ziet
Dat heeft ons volk verdiend
Daar waar die water vloei
Daar zal ons koren groei
Ja in dat land zoo schoon
Daar zal ons kinders woon.
Ons voorman Louis Botha
Vecht met zijn burgers mee
Oom ChristiaanGa naar voetnoot2) Hoofd commandant.
Hij leidt ons hand aan nand
Ons Generaal la Rey
Hij gaat ook met ons strij
En zal ook bij ons blij
Gaat niet op eigen kracht
Dan kunt gij niets verwacht
Op een mensch kunt gij niet steun
Dat weet een iedereen
Doch Broeders bid Hem aan
Hij zal steeds bij ons staan
Die onze strijden strijdt
En voor ons heeft gelijdt.
F.W. REITZ,
Staatssecretaris Z.A.R.
|
|