Groep Ned.-Indië.
Ten einde zoo spoedig mogelijk na het zelfstandig worden der groep Ned.-Indië het ledental te doen stijgen, heeft de hoofdcommissie de hoofden van gewestelijk bestuur buiten Batavia uitgenoodigd om, hetzij zelf hetzij middels door hen aan te wijzen plaatselijke commissiën de totstandkoming van afdeelingen te willen voorbereiden. De hoofdcommissie gaat daarbij uit van de meening dat van meet af in de groep een zekere mate van decentralisatie behoort te heerschen, vooral in het geldelijke en wel in dier voege dat overal waar de leden der groep zich tot afdeelingen vereenigen, een belangrijk gedeelte der bijdragen van de leden der afdeeling worde afgezonderd voor plaatselijke belangen. Zij heeft daarbij de aandacht der residenten gevestigd op twee onderwerpen: 1o het spreken van Nederlandsch (en het voeren van briefwisseling in het Nederlandsch) door Europeanen met ontwikkelde en beschaafde inlanders; en 2o de Fröbelscholen. De commissie meent dat het Verbond zijn taak in Indië van onder af moet beginnen bij de kinderen beneden de zes jaren; het doel dat elk kind bij zijn intrede in de lagere school Nederlandsch kunne denken, spreken en verstaan, moet krachtig worden nagestreefd.