roeping ter vergadering tenminste een maand te voren in het Orgaan van het Verbond geplaatst. |
Artikel 8.
Er bestaat een Raad van Bijstand. De keuze van zijne leden wordt aan het Groepsbestuur overgelaten. |
Artikel 9.
De voorzitter van het Hoofdbestuur is voorzitter van den Raad van Bijstand. De Raad regelt zijne eigen aangelegenheden. |
Artikel 10.
De Raad van Bijstand is gerechtigd tot het doen van voorstellen aan het Groepsbestuur, dat zoo noodig deze doorzendt naar het Hoofdbestuur. |
Artikel 11.
De Voorzitter van hef Hoofdbestuur heeft het recht de leden van den Raad van Bijstand bijeen te roepen, teneinde in moeilijke gevallen hunne zienswijze te vernemen. |
Artikel 12.
De Leden van de groep vereenigen zich in afdeelingen, waarvan de grenzen door het Groepsbestuur worden bepaald, na de belanghebbenden te hebben gehoord. Een aantal van 20 Leden wordt vereischt voor de oprichting en instandhouding eener afdeeling. |
Artikel 13.
Iedere Afdeeling benoemt haar bestuur en stelt haar huishoudelijk reglement vast, dat zij onderwerpt aan de goedkeuring van het Groepsbestuur en waarvan zij een afschrift aan dit bestuur zendt.
Het Afdeelingsbestuur bestaat uit minstens vijf leden, waarvan een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De beide laatste betrekkingen kunnen in één persoon vereenigd zijn. |
Artikel 14.
De Afdeelingen bevorderen in haar kring de belangen van het Verbond, zooals dat in art. 2 en 3 der Statuten is omschreven.
Zij zijn vrij in de keuze der middelen en in de regeling harer werkzaamheden, behoudens in achtneming der Statuten en de besluiten der Algemeene Vergadering.
Zij verstrekken aan het Groepsbestuur alle gevraagde inlichtingen.
Alle verzoeken van Afdeelingen aan de regeering of andere deelen van het openbaar gezag buiten den kring der Afdeeling worden onderworpen aan de goedkeuring van het Groepsbestuur. Is dit van oordeel, dat dergelijk verzoek niet behoort te worden ingediend, dan geeft het de gronden zijner meening ten spoedigste aan de betrokken Afdeeling op, die bevoegd is het punt in geschil aan de beslissing der Algemeene Vergadering te onderwerpen. |
Artikel 15.
Iedere Afdeeling houdt een vergadering van leden met het oog op de punten van beschrijving voor elke Algemeene Vergadering en bovendien zoo vele vergaderingen als wenschelijk worden geoordeeld. Zij heeft te allen tijde het recht voorstellen aan het Groepsbestuur te doen. |
Artikel 16.
Ieder Afdeelingsbestuur is verplicht aan te leggen en bij te houden een alfabetische naamlijst der leden, met vermelding van beroep en woonplaats en het bedrag hunner bijdrage en van deze lijst elk jaar in Februari een afschrift aan het Groepsbestuur te zenden. |
Artikel 17.
Het Afdeelingsbestuur zorgt, dat het voor de Algemeene Kas van het Verbond bestemde deel der bijdragen van de leden gelijk dit naar aanleiding van art. 10 der Statuten is vastgelijk elk jaar voor 1 April worde overgemaakt aan den pennningmeester der groep, tenzij met dezen een andere regeling worde getroffen.
Van de later in het jaar toetredenden geschiedt dit vôór 1 December. Aan de Algemeene Kas zal minstens ⅗, aan de afdeelingskas hoogstens ⅖ van de jaarlijksche bijdragen worden toegekend. |
Artikel 18.
Minstens een maand vóór de jaarlijksche Algemeene Vergadering der groep (art. 6) zendt ieder Afdeelingsbestuur aan het Groepsbestuur een verslag van den toestand en de werkzaamheden der Afdeeling, met vermelding van de namen der leden van het bestuur. |
Artikel 19.
Elke Afdeeling heeft het recht een of meer afgevaardigden, wier namen te voren aan het Groepsbestuur worden opgegeven, naar de Algemeene Vergaderingen te zenden. Bij gebreke hiervan moeten de afgevaardigden ter vergadering voorzien zijn van een geloofsbrief. |
Artikel 20.
Het getal stemmen door de Afdeelingen uit te brengen wordt bepaald als volgt: beneden 50 leden één stem; verder voor elk ingegaan 50-tal één stem meer.
Het laatst volgens artikel 16 opgegeven aantal leden strekt hierbij tot grondslag.
De leden van het Groepsbestuur brengen ieder één stem uit. |
Artikel 21.
In de Afdeelingsvergaderingen heeft elk lid tot de Afdeeling behoorende een stem. Niet tot de Afdeeling behoorende hebben zij bevoegdheid aan de beraadslagingen deel te nemen, doch geen stemrecht. |
Artikel 22,
Alle brieven en stukken voor het Groepsbestuur bestemd worden vrachtvrij gezonden aan den secretaris van dit bestuur. |
Artikel 23.
Her Groepsbestuur onderhoudt, behoudens uitzonderingen, die het zelf bepaalt, zijn ambtelijke betrekkingen met de Afdeelingen door middel van het Orgaan van het Verbond. |
Artikel 24.
Geen verandering in dit reglement kan geschieden dan volgens besluit eener Algemeene Vergadering. Zij moet minstens een maand te voren in het Orgaan zijn bekend gemaakt.
Aanneming of verwerping van zoodanig voorstel evenals van andere in een Algemeene Vergadering behandelde onderwerpen geschiedt bij meerderheid van stemmen; bij staking van stemmen beslist de stem des voorzitters van het Groepsbestuur. |
Artikel 25.
Bij verschil van meening omtrent opvatting en uitvoering van dit reglement beslist het Groepsbestuur.
Van deze beslissing staat beroep open op de Algemeene Vergadering der groep. |