Neerlandia. Jaargang 5
(1901)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingenBij schrijven van 20 Mei l.l. heeft de heer G.R. Erdbrink, beheerder van het Indologisch Studentencorps te Delft, aan den penningmeester van het A.N.V. toegezonden het bedrag van f25, zijnde een deel van de nalatenschap van het voormalige Corps. Namens zijne Corpsbroeders vestigt de heer Erdbrink de aandacht van het Hoofdbestuur op onze taal in Indië, den wensch uitsprekende dat daaraan het Verbond naar krachten arbeide. Het Hoofdbestuur stelt gift en bedoeling van de leden van het voormalige Indologische Corps op hoogen prijs. Wat de erflaters willen, zal worden vervuld: het Nederlandsch in Indië zal zijn en blijven een voorwerp van aanhoudende zorg voor het Verbond. Mogen de Oud-studenten der Indische Instelling, eenmaal zoo bloeiend, onlangs plotseling opgeheven, trouwe medewerkers zijn in de beleid en arbeid eischende bevordering van het Nederlandsch in onze Koloniën. Hun vrije gift zij daarvoor waarborg. * * * In no. 6 van de geschriften van het Alg. Ned. Verbond, getiteld Het Nederlandsch Element in den Vreemde, staat op blz. 25 als schrijver van Eenige Schetsen van eene Geschiedenis van De Trekboeren (Humpata), Ds. D. Postma van Fordsburg. Dit is onjuist. Het is ds. Postma van Rustenburg, de broeder van dien van Fordsburg. * * *
Volgens de New Age van 6 Juni heeft de Commandant van het Cradock-district de verspreiding van Neerlandia in de districten onder de Krijgswet, verboden. Een van de begrijpelijkste dingen uit dezen geheelen oorlog. * * * Het Natalsche Parlement heeft met eene stem meerderheid de gebruikelijke toelage voor het onderwijs in onze taal geweigerd. Te Mafeking is in een vergadering der afdeeling van den Zuid-Afrikaanschen Bond de noodzakelijkheid uitgesproken om het Engelsch in Zuid-Afrika tot de eenige regeerings- en onderwijstaal te verklaren. In 't uiterste oosten en westen is dus de geestelijke strijd ontbrand, waarbij onze taal de kostbare inzet is. Die strijd was te verwachten. Gelukkig voor den Nederlandschen stam dat de geschiedenis leert dat geestelijk bezit gedijt onder den druk. Kent echter het moederland ten volle zijn plicht in dezen? Meermalen is een verzoek ingekomen om de ledenlijst in Neerlandia op te nemen. Er wordt in 't volgend nummer een begin gemaakt met de leden van het Buitenland, die niet binnen een groepsgebied wonen. Voortaan zullen ook in elk nummer de nieuwe leden worden afgedrukt met de namen van hen, die ze aanbrachten.
* * *
Enkele ingezonden stukken moeten wegens plaatsgebrek tot een volgend nummer blijven liggen. |
|