Allerlei
Volksweerbaarheid.
Het Hoofdbestuur van Volksweerbaarheid zit niet stil. Nu weer heeft het aan de afdeelingen een algemeen Werkprogram toegezonden, waarin zeer behartenswaardige wenken voorkomen met betrekking tot de werkzaamheid op zedelijk, lichamelijk en staatkundig gebied.
Het schrijft o.a.:
‘Ons volk, vooral het opgroeiend geslacht, moet leeren beseffen hoeveel het waard is, een vrij en onafhankelijk volk te zijn met eigen geschiedenis en eigen karakter, met eigen taal, eigen wetten, eigen zeden en gewoonten.
Ons volk moet daarbij doordrongen worden van het besef dat voor de handhaving dier groote voorrechten ieder Nederlander belangrijke persoonlijke en geldelijke offers zich moet getroosten.
Door de opvoeding zoowel in het huisgezin en in de school als daarbuiten worde de zedelijke grondslag gelegd voor een krachtig, zelfbewust volksbestaan.
Hierbij moet men de hulp inroepen der Nederlandsche vrouwen, die als moeders, echtgenooten en zusters, zulk een sterken invloed. ten goede kunnen uitoefenen op mannen, jongelingen en knapen.
Voorts moet men zich in verbinding stellen met allen, die belast zijn met het geven van onderwijs, om, voor zooveel nog noodig, hen steeds meer te doordringen van het besef hoe noodzakelijk het is, dat de aan hunne zorg toevertrouwde leerlingen hun land en hun volk leeren liefhebben; vooral op het onderwijs in de moedertaal en in de geschiedenis des vaderlands worde hier de aandacht gevestigd’.
Verder wordt gewezen op de noodzakelijkheid en het groote nut van lichaamsoefeningen voor jongens en meisjes, mannen en vrouwen en op de wenschelijkheid om de overlading van den geest tegen te gaan.
Ten slotte wordt aangedrongen op een wettelijke regeling van den algemeenen oefenplicht van den 16- tot den 21-jarigen leeftijd.
Het Hoofdbestuur heeft met betrekking tot dit laatste reeds in November 1900 verzoekschriften verzonden aan H.M. de Koningin en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.