Neerlandia. Jaargang 3
(1899)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOm de koelieschool.De Surinaamsche bijzondere correspondent van het nieuwe in den Haag verschijnend tijdschrift De West, veertiendaagsch blad gewijd aan de belangen van Nederlandsch West-Indië, heeft zich in het nummer van 15 Februari ll. op een zeer ondoordachte wijze over de koelieschool uitgelaten. ‘Als één lid zegt: - geen koeliescholen voor Britsch-Indiërs, die onder contract werken, - dan zegt de meerderheid, al kost het ook maar luttele honderden guldens en al wordt het aanbevolen door Regeering, Bestuur en Staten - geen koeliescholen! - Misschien wel mede, omdat er hier zoo tegen geschetterd is. Maar kan men in Nederland dan niet meer lezen? Heeft men niet gevoeld, dat het minder te doen was om de zaak zelve, maar hoofdzakelijk om den Agent-Generaal een hak te zetten? Heusch, is dat niet begrepen? Het is waar, over het algemeen gevoelde men toen niets voor die scholen, maar als Bestuur en Staten en Regeering het ter bevordering van de immigratie wenschelijk vonden, dan had men er in moeten berusten. Over zulke dingen valt men niet, tenzij zij dienst kunnen doen om een vijand den voet dwars te zetten. En daarvoor laat zich de Kamer gebruiken!’ Scheeve voorstellingen, bittere verwijten en stuitende beoordeelingen zijn dit, - niets anders. De Agent-Generaal der Immigratie wordt in de kolonie niet geacht als een man van zulk een groot aspiratie, dat daarom de heele kolonie het der moeite waard zou achten, om hem, zich schrap te zetten tegen de koelieschool. Geen der Persorganen in de kolonie, die zich tegen de Koeliescholen hebben verzet, hebben dit gedaan om den Agent-Generaal In hunne artikelen daaromtrent is het niet gebleken. En Onze West, die over de koelieschool geen woord heeft gesproken, heeft dit, het spreekt vanzelf, evenmin gedaan. De heele kolonie is tegen de koelieschool: Omdat men het onredelijk vindt, dat de belastingsschuldigen, Nederlandsche onderdanen, geld zullen opbrengen om kinderen van Britsch-Indische immigranten, n.b. die niet onder contract werken, ook onderwijs te geven in de Hindoestaansche taal; daar, waar het Bestuur den Moravischen broeders alhier de verplichting had opgelegd alleen het Nederlandsch op hunne scholen te onderwijzen en het onderwijs in de volkstaal aan de kinderen uit het volk te doen ophouden; Omdat men het doelloos en dwaas vindt om kinderen, wier ouders geen immigranten, maar kolonisten zijn, in een voor de kolonie geheel vreemde taal te onderwijzen, om later als zij groot geworden zullen zijn weder geld uit te geven aan tolken, om de taal hun geleerd, weder over te brengen in het Nederlandsch; terwijl het Bestuur beter kan doen met de scholen open te stellen voor de jougdige Britsch-Indiërs, waar de landskinderen onderwijs zelven genieten als een voorrecht bij al de protectie en andere voorrechten, welke de Br. Indiërs boven de Surinamers genieten; Omdat men door die kinderen in de koelietaal, in stede van in het Nederlandsch te onderwijzen, hen juist van de kolonie vervreemdt en ze doet verlangen naar het vaderland hunner ouders; terwijl, daar de kolonie bevolking noodig heeft, men ze hier door onze taal moest binden; wil men toch koloniseeren dan moet men vooral de kinderen dier kolonisten in de taal van ons moederland onderwijzen, want het verlies van zijn nationaliteit gaat samen met verleeren van zijn moedertaal; Omdat het volstrekt geen eisch is der Engelsche Regeering, dat hare onderdanen hier onderwezen moeten worden in de Hindoestaansche taal en het argument van het Bestuur om den post voor koeliescholen te verdedigen nl. dat ook koeliescholen in Engelsch Guiana zijn zooals zooals hij ze heeft voorgesteld, op onwaarheid gegrond was; Omdat men door die kinderen in het Hindoestaansch te onderwijzen = leerplan, richting en gang - waarvan nóch school-autoriteit, nóch Agent-Generaal, vanwege totale onbekendheid met de taal, iets begrijpen - een kolonie sticht, van ongeveer 16000 zielen (een 1/4 der bevolking van de kolonie), in onze kolonie; die later Nederland tegenover Engeland, een zoodanige moeilijkheid kan bezorgen, die Nederlands macht en kracht als koloniale Mogendheid kan verzwakken; Omdat het absoluut tegen het belang der kolonie is een toestand - in die koelieschool - te scheppen, waardoor de kolonie heel spoedig zal worden overweldigd, doordien, door het onderwijs aan de Britsch-Indische jeugd van zulk een groot aantal, een staat in een staat zal worden gesticht; Omdat door het oprichten van koeliescholen een antecedent zal worden gesteld, dat aan de Javaansche immigranten een voorwendsel verstrekt om, als voorwaarde voor het emigreeren te stellen, scholen voor hunne kinderen, waarop het Javaansch, Maleisch, Soendaneesch, enz. worden onderwezen, - én aan de Chineezen eveneens Hetgeen billijkerwijze zal moeten worden toegestaan En eindelijk Omdat door de koelieschool thans toe te staan mede een antecedent wordt gesteld gevaarlijk én voor Nederland én voor de kolonie, naardien: in de eerste plaats, en wel in een kleine spanne tijds, het geheele Bestuur der kolonie zal moeten worden omgezet en grootere uitgaven worden gedaan, wanneer de kinderen van een kwart gedeelte der bevolking (16000 Britsch-Indiërs) in een geheel andere taal dan de Hollandsche zullen zijn onderwezen, en in de tweede plaats men zoo van lieverlede vanzelve Engeland, met zijne koloniale machtsuitbreiding - dat in onze kolonie vertegenwoordigd wordt door een diplomatieken consul - binnen onze kolonie inhaalt om haar later maar eenvoudig, zonder voetstoot, in te palmen gelijk het onlangs met Fashoda gedaan heeft. De beschouwing van den correspondent in De West gloeit van eene onwrikbare objectiviteit en mist kunde, fierheid en karakter. Zoo voortgaande zal hij maken dat ieder dat tijdschrift den rug toekeert. ‘Onze’ omdat's zijn zoo vele waarheden, getuige wat de Boeren van Transvaal te lijden hebben van Engeland, waarom in Fashoda, dadelijk na de inneming, de Engelsche taal als verplichting is vastgesteld, waarom in Cuba, niet meer de Spaansche, maar de Engelsche als de officiëele taal is ingevoerd. Wanneer de Surinaamsche correspondent van de De West nu geacht kan worden te zijn een man van ontwikkeling en gewicht en hij alles, wat door ons is aangehaald, voor oogen hebbende, toch zijn standpunt durft handhaven, dan kan niet anders, dan hem de vereerende(?) titel van landverrader gegeven worden.’ |
|