Gent.
Gedurende de maand November richtte de Gentsche Tak van het Alg. Nedl. Verb. twee volksvergaderingen in te Selzaete en te Maldeghem over de vervlaamsching van het krijgsgerecht en de zaak der vier vervolgde tolbeambten.
Hartelijk werden de Gentsche sprekers te Selzaete ontvangen. Aan het bureel namen plaats de Heeren J. Mees, voorzitter, de sprekers en eenige inwoners der gemeente, die de propagandisten vergezeld hadden.
De Heer Mees opende de vergadering, vervolgens namen de sprekers het woord.
In gloedvolle woorden schetste de Heer Van Waesberghe den ongelukkigen toestand, waarin onze Vlaamsche soldaten verkeeren die voor het Krijgsgerecht moeten verschijnen.
Vervolgens namen de Heeren De Clercq en Sevens het woord ter rechtvaardiging van de vier onschuldig vervolgde tolbeambten.
Herhaalde toejuichingen onderbraken de sprekers; de opgewonden menigte geraakte in geestdrift; ook werd het vertoogschrift naar de Kamers om het gepleegd onrecht te herstellen met honderden handteekeningen bekleed en vele aanwezigen werden lid van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Dezelfde bijval viel de Gentsche sprekers te Maldeghem ten deel. Hier was de geestdrift buitengewoon; ruim 400 personen verdrongen zich in de groote zaal van het Gemeentehuis.
De Heer J. Obrie, professor, leidde de vergadering. De langdurige toejuichingen, waarmede de sprekers onderbroken werden, getuigden hoe diep de aanwezigen getroffen waren. Ook hier werd het vertoogschrift met talrijke handteekeningen bekleed
Nog zoo eenige volksvergaderingen en de vier vervolgde tolbeambten zullen in hun recht hersteld worden en wederom, evenals verleden jaar, zal de Vlaamsche zaak zegepralen.