Borckenhagen in Zuid-Afrika.
Waar we in deze aflev. het portret en de levensbeschrijving mededeelen van een Duitscher, wiens invloed voor de heropbeuring van een deel van den Nederlandschen stam van zeer groot gewicht was, kunnen wij niet nalaten een woord te wijden aan de nagedachtenis van een ander Duitscher, die voor onzen stam in Zuid-Afrika een man van zeer groote beteekenis is geweest.
Op 5n Februari is tè Bloemfontein (Oranje-Vrijstaat) overleden de redacteur en eigenaar der Express, C. Borckenhagen.
Ofschoon Duitscher van geboorte en hij, in Zuid-Afrika gekomen, weinig Engelsch en geen Hollandsch kende, had hij zich beide talen zoo eigen gemaakt, dat hij in zijn blad, dat zoowel in het Engelsch als in het Hollandsch verschijnt, vlotweg in de eene zoowel als in de andere schreef
Het was een scherpe pen die hij voerde; zijn hekel was voor Rhodes, de Kaapsche ministers en al wie hij vijanden van Zuid-Afrika achtte, onmeedoogend; hij was een meester in de polemiek. En onvermoeid was hij om de belangen der Afrikaanders ten allen tijde met het geduchte zwaard van zijn geest bij te springen. De zaak van het Hollandsche element in Zuid-Afrika en met name de twee republieken lijden in zijn dood een zwaar verlies.
Bij zijne begrafenis sprak de oud-president Reitz met hoogen lof van den overledene. Borckenhagen, zeide hij, had hem tijdens zijn presidentschap dikwijls met zijn raad bijgestaan en ongetwijfeld ook wijlen den president Brandt en president Steyn.
In de brieven en telegrammen, uit geheel Zuid-Afrika toegestroomd, wordt Borckenhagen geroemd als voortreffelijk mensch en uitnemend Staatsburger. Een Vrijstater noemt hem ‘een der vaderen van ons land’ Vrijstaters uit Kaapstad seinden o.a.: ‘Ons land verliest een held.’ Uit Fauresmith: ‘Vlaggen hangen halfmast ten teeken van rouw over een, wiens verlies voor onzen staat onherstelbaar is.’ Uit Harrismith: ‘De zaak der replublieken verliest een goed en onverschrokken man.’ Uit Vredefort: ‘Onze boeren gevoelen zijn afsterven diep. Wij weten nog niet wat wij verloren hebben.’ Uit Smithfield: ‘Onze staat heeft zijn trouwsten kampvechter verloren.’
En zoo gaat het maar door.
Hoe groot moeten zijn verdiensten voor den Vrijstaat en geheel Zuid-Afrika wel geweest zijn, en hoe hoog zijn karakter, dat het geheele Afrikaanderdom, tegenwoordig vooral niet te vriendelijk gezind voor allen, die niet tot ‘ons volk’ behooren, dezen man uit den vreemde zoo hartelijk betreurt. Een machtigen tegenstander hebben de Engelschen in Zuid-Afrika verloren.
Hij heeft voor zijnen dood nog de voldoening gesmaakt, de eerste jaarlijksche bijeenkomst der afgevaardigden van de beide republieken te beleven, op welke bijeenkomsten de gemeenschappelijke belangen van de twee landen zullen worden behandeld. Het streven van Borckenhagen was een nauwe vriendschap tusschen de beide republieken, met een federatie in de toekomst.