Bibliographie.
Letterkundige Ontledingen, door A. Henot, bij Vanderpoorten, Gent, 104 blz. Prijs fr. 1,25.
Practisch opgevat, eenvoudig uitgewerkt, leerrijk. Het is den schrijver niet te doen te pralen met den omhaal van technische woorden. Neen geene, of zeer weinige technische uitdrukkingen. S. wil ons met de gedachten van den schrijver in 't ontlede stuk bekend maken; hij doet ons het schoone der gewrochten inzien, begrijpen en waardeeren. Feilen en zwakheden worden telkens aangewezen en besproken. Twaalf stukken voor middelbare- en twee voor lagere scholen. Leeraars en leerlingen kunnen hun voordeel doen met 't lezen van dat boek.
E.P.
***
Dr. Otto Kohlsmidt, Ev. predikant te Mönchenholzhauzen b/Weimar, van wien verleden jaar eene vertaling der Schetsen uit de Pastorie te Masland van Koelsveld verscheen, heeft thans ook twaalf schetsen uit Waarheid en Droomen, door Jonathan (J.P. Hasebroek) vertaald en met een ‘Vorwort’ van Dr. W. Zuidema bij Fr. Jausa te Leipzig uitgegeven.
***
- De Heer Heysse, Eekloo, stelt te koop mooie photographieën van Ledeganck's standbeeld te Eekloo; prijs fr. 1,50, of grooter (36 bij 30) 2 fr.
***
Over de beteekenis van het aanpassingsvermogen voor het biologisch onderzoek, door Dr. E. Verschaffelt, Amsterd. H.J.W. Becht. 1897. Redevoering uitgesproken bij het aanvaarden van het buitengewoon hoogleeraarsambt in de plantkunde en de pharmacognosie a/d. Univ. te Amsterdam. Schrijver licht met drie wel gekozen voorbeelden het vraagstuk van het aanpassingsvermogen bij het biologisch onderzoek toe, alsmede de hinderpalen, tot nu nog verre van overwonnen, die daarbij op den weg liggen en besluit: ‘Het onderzoek der erfelijkheid en variabiliteit behoort dus ongetwijfeld als het meest hoofdzakelijke op den voorgrond van het biologisch onderzoek te staan’. Heldere, wetenschappelijke taal, soms wat onzuiver Nederlandsch. Mooie druk op van Gelder papier.
***
Studiën en Critieken, door W.G. van Nouhuys, bij van Holkema en Warendorf. Amst., 1897, pt8o, 275 blz. fl. 2,50. Een net en keurig boek! Wij gevoelen ons fier dat onze kleine litteratuur kan aanleiding geven tot zulk werk en een man kan vinden om het te schrijven. Wij vinden hierin besproken: Marcellus Emants - Willem Kloos - Fred. Van Eeden - Helene Lapidoth-Swarth - L. Van Deyssel - Maurice Maeterlinck - Ada Negri - Friedr. Nietzsche. Hier hebben wij echte, gezonde critiek. Hoewel schrijver zegt wat moet gezegd en zooals het moet, voelt men zich ingenomen met zijn heuschen toon en zijn bezadigd soms flink gestaafd oordeel, niet zelden een vonnis. Dit 300tal blz. laten een diepen blik doen in het letterkundig leven van N.-Nederland, gedurende het laatst verloopen kwart-eeuw. De taal vrij Hollandsch, is vloeiend en duidelijk. Dit boek verdient, vooral in Z.-Nederland, in vele handen te zijn.
Een kleine terechtwijzing: blz. 247: Nietzsche bezit zijne moeder niet meer; zij overleed eenige maanden geleden.
***
Aanschouwing en Verstand; Gedachten over continua & discreta in wiskunde en bewegingsleer, door G.J.P.J. Bolland, hoogl. a/d. Univ. te Leiden; bij A.H. Adriani, Leiden, p. 8o, fl. 1.50.
Belangrijke bijdrage tot het onderzoek van het Wezen der Dingen. Nieuwe, krachtige poging tot eerherstelling der in den laatsten tijd zoo zeer gekleineerde Metaphysica, naar onze meening, geroepen om indruk te maken. Hoewel de diepst afgetrokken onderwerpen behandelend is de taal zeldzaam zuiver, en duidelijk; als zulke mocht zij zelfs min ingewijden toegankelijk wezen, een ongemeene eigenschap, voorwaar. S. onderzoekt historisch en critisch het vraagstuk van het waarneembare en zuiver denkbare der continua en discreta, van Zeno Eleates tot op heden, van dynamisch en mechanisch standpunt, toetst de houding en houdbaarheid van zuivere wis- en meetkunde, alsmede der stelsels steunende op aantrekking, undulatie-vermogen, valbeweging, aetherdruk, krachttheorie, tot de kinetische gashypothese, deze zoo ontoereikend als alle andere; overtuigt van de verwaandheid der Natuurgeleerden, zich aanstellend als hebbende zij den sleutel gevonden tot het laatste Raadsel, bekrachtigt met klimmende bewijsvoering de beruchte uitspraken van een Du Bois-Reymond, een Virchow en anderen. Nog steeds en overal qualitas occulta! Deze verhandeling verdient niet enkel hoogste waardeering, maar lof; bij het kenteren der gedachten zal zij haar werk doen. Streng wijsgeerig gedacht, is dit een betoog dat sterkt en stijft.
***
Van zelfden schrijver en bij denzelfden degelijken uitgever, pas verschenen Het Wereldraadsel: Wijsgeerige verhandelingen, fl. 6,25. - Bespreking later.
***
Het natuurgevoel in de Epische en Lyrische Poëzie der Grieken, door Dr B.J. Goedhart; 4o Rott. Wenk & Birkhoff, f 0,50.
Overdruk uit het Programma v/h Erasmiaansch Gymnasium voor 1897/98, beslaat 71 blz. van welke 30 gewijd aan aanteekeningen. Schrijver doorloopt de verschillende tijdperken der Grieksche Letterkunde van de Epische (Ilias en Odyssea) over de Lyrische (satirisch-erotisch-elegisch) en besluit met den zegezanger Pindarus. Het heet ‘bij de Grieken’, maar de Modernen krijgen ruim hun aandeel in de te pas, meest echter te onpas aangehaalde brokken; in dit opzicht blijkt gebrek aan smaak. Zegt niet Goethe zelf ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister?’ Hier is geene volledigheid meer, maar onverduwbare overlading. Had dan Theokritus niet mogen een plaatsje vinden, epischlyrisch-idyllisch beschouwd; hij de dichter bij uitnemendheid der natuur en der natuurkinderen? Gewezen moge hier worden op ‘Keus uit Theokritus' Idyllen, metrisch vertaald, naast eene studie over Theokritus' leven en werken, door Dr Haller, Brussel, bij Polleunis en Ceuterick; verder op Sapho van Grillparzer vertaald door denzelfden.
Als bibliogr. Fundgrube evenwel zeer aan te bevelen.