Een nieuw boek over Entomologie.
Deze week verscheen bij den uitgever Martinus Nijhoff te 's Gravenhage de eerste aflevering van een werk getiteld De Nederlandsche Insecten, door Dr J.Th. Oudemans. Naar dit eerste stuk en de inhoudstafel van de volgende te oordeelen zal het boek van Dr Oudemans zeer belangrijk zijn, o.i. belooft het eene eervolle plaats in de wetenschappelijke literatuur in te nemen, naast de degelijkste algemeene handboeken. Wij hadden in Nederland reeds De gelede Dieren, van Snellen van Vollenhoven; dit werk heeft vele diensten bewezen aan alle liefhebbers van entomologie, doch is thans uitverkocht en vermits het veertig jaren geleden verscheen, is het ook niet meer op de hoogte. Er bestond dus behoefte aan een boek zooals dat van Dr Oudemans. Deze jonge geleerde heeft zich op het gebied der entomologie reeds verdienstelijk gemaakt o.a. met zijne studie Bijdrage tot de kennis der Thysanura en Collembola, die gunstig werd beoordeeld door allen, die na hem deze lage insecten bestudeerden o.a. Fernald, Grassi, Nassonord; ook door hen, die algemeene leiddraden uitgaven o.a. Kolbe en Lang. Dit alles is een waarborg voor de degelijkheid van het thans aangekondigde werk. De schrijver heeft zich niet alleen ten doel gesteld een overzicht te geven van de insecten, die in Nederland leven; een aanzienlijk gedeelte van het handboek wordt gewijd aan den inwendigen bouw der insecten; in een ander wordt gehandeld over de systematische indeeling der hoofdgroepen, over de gedaanteverwisselingen, het vormen der gallen, over het begrip soort (individueele verschillen, aberraties, varieteiten, rassen, monstruositeiten, hermaphrodieten); de schrijver stelt zich insgelijks voor bij de bespreking van ieder groep uit te weiden over de levenswijze der beschreven soorten. Het werk zal uitgegeven worden in twaalf afleveringen, elk van 3 vel druks met vele figuren en 3
gesteendrukte platen. De prijs is 90 cents per aflevering, dus fr. 1.90 voor Belgie. Binnen twee jaren is het werk compleet.
H.S.
***
Land und Leute zwischen Zambesi und Limpopo. Von Dr Hendrik P.N. Muller, Emiel Roth, Griesen.
Een der gevolgen van de gebeurtenissen welke in de eerste dagen van dit jaar tusschen Transvalers en Engelschen plaats grepen, was de opmerkzaamheid welke men de noordelijke grenslanden der Z.A. Republiek begon te schenken; de hoofden van dien aanslag waren toch ook heeren in die gewesten en men bracht niet ten onrechte de plannen, welke het bestuur der Chartered Company omtrent deze landen voor had met hunne verlangens omtrent Transvaal in verbinding.
Het weinige wat over deze Afrikaansche streken, waar men reeds in vroeger eeuwen goud vond en waar men het bijbelsche Ophir in daar gevonden ruïnen van onbekenden oorsprong wil ontdekt hebben, geschreven is, is zoo schaarsch, weinig vertrouwbaar en moeielijk te krijgen, dat het werk van den Nederlander Dr P.N. Muller te Giesen, in het Duitsch verschenen, in eene bepaalde leemte voorziet en hoogst welkom zal zijn, zoowel bij de in Zuid-Afrika belangstellende leeken als geleerden. De schrijver geeft aan de hand eener uitgebreide Portugeesche. Nederlandsche, Engelsche en Fransche literatuur, eene beknopte geographisch, ethnographisch politieke beschrijving van die landen, uitgebreid en getoetst aan eigen waarneming en ervaring door een lang verblijf in die landen opgedaan.
Na eerst een beschrijving van de bestaande kaarten dezer landen van den tijd van Ptolemaeus af gegeven te hebben, met de ontwikkelingsgeschiedenis van onze geographische kennis, volgt een uitgebreide, voor het grootste deel op eigen waarneming berustende beschrijving van het land, zijne kusten, oppervlakte en rivieren. Met de hierop volgende beschrijving van het klimaat komt de lezer tot de overtuiging dat deze landen als grensland der Transvaal, door hun eigene vruchtbaarheid, aanwezigheid van goud maar op de eerste plaats door hun gezond klimaat eene goede toekomst te gemoet gaan, en als zeer geschikt om eene sterke Europeesche bevolking op te nemen, reeds nu en zeker later tot het gebied der Transvaalsche-Engelsche politiek behoort, en dus recht op al de belangstelling hebben welke Zuid-Afrika om den strijd tusschen het Nederlandsche en Engelsche element toekomt.
Bij de beschrijving der kaarten ziet men hoe