Staatsgodsdienst in de Zuidafrikaansche Republiek.
Vlaamsche dagbladen hebben aangekondigd, dat de Volksraad van de Zuidafrikaansche Republiek de bepaling had opgeheven volgens welke Staatsbeambten den protestantschen godsdienst moeten belijden. Het Nationaal Vlaamsch Verbond heeft indertijd een vertoog in dien geest naar den Volksraad gezonden. De opheffing van die bepaling zou emigratie uit Vlaanderen naar de Zuidafr. Republiek bevorderen. Uit niets is ons gebleken, dat bewuste bepaling werkelijk is opgeheven. Toch ware die opheffing wenschelijk. Katholieken evenwel, in wier belang die opheffing zou geschieden, zouden het er in de Zuidafr. Republiek kunnen naar maken om den Volksraad gunstig er voor te stemmen. Maar dat schijnt nu niet het geval te zijn. Er bestaat te Pretoria een katholieke school; deze is totaal verengelscht; Nederlandsch wordt er niet in onderwezen. Ook in de katholieke kerk te Pretoria is alles Engelsch: er wordt in 't Engelsch gepreekt en alle berichten en kennisgevingen zijn uitsluitend in 't Engelsch. En nota bene: de twee geestelijken in deze kerk zijn Nederlanders; de een is een Vlaming van Veurne; de ander, een Hollander van Maastricht. Wat meer is, er wordt verteld, dat katholieken te Johannesburg aan de zijde van de vijanden van de Republiek hebben gestaan. Is het waar? Het zou te wenschen zijn, dat genoemde Nederlanders kleur bekenden. We zouden weten, waaraan ons te houden. Het ware te wenschen, dat het Nationaal Vlaamsch Verbond, die menschen op het hart drukte, dat, verlangen katholieken de bepaling omtrent den godsdienst te zien opheffen, de katholieke geestelijkheid die opheffing door hare houding grootendeels bevorderen kan. Laat het Nationaal Vlaamsch Verbond hun zeggen, dat wij Vlamingen, katholieken zoowel als andersdenkenden eenstemmig onze sympathie voor onze Zuidafrikaansche Taalbroeders hebben betuigd en dat we het in katholieke stamgenooten in de Zuidafrikaansche Republiek laken, wanneer deze heulen met den vijand
van onzen stam.