Aan de Kinderen.
Ziet hier, lieve jongens! jeugdige Vaderlanders! ziet hier een Schutters-prenteboek; het is bepaaldelijk voor u geschreven; geschreven om u op eene aangename wijze te vermaken en te leeren.
Te vermaken, door de voorstelling van een twaalftal afbeeldingen der onderscheidene rangen, onder onze Vaderlandsche Schutterijen.
Te leeren, door u, naar uwe vatbaarheid eenigzins bekend te maken met de bedrijven en werkzaamheden der verschillende personen, die gij als Vaderlandsche helden, hier afgebeeld ziet.
Leest dan nu, jeugdige burgers van het Vaderland! in een uurtje van uitspanning dit boekje, beziet de voorgestelde afbeeldingen van nabij, en zingt dan ter verpoozing het Vaderlandsche liedje van Hein Dapper.
Ja, maar welk een liedje zong Hein Dapper? want zoo wij dit niet weten, dan kunnen wij zijn liedje ook niet zingen. Zacht, mijne jeugdige vriendjes! zoo haastig niet, de Schrijver zal u niet verlegen laten; hij weet zeer wel dat gij het liedje van