[1996/1]
Ten geleide
De hier voorliggende eerste aflevering van Nederlandse letterkunde vormt de succesvolle afronding van een - gedeeltelijke - herverkaveling binnen het neerlandistische tijdschriftenbestel. Een kleine twee jaar geleden begonnen de redacties van De nieuwe taalgids en Spektator een discussie over de toekomst van beide bladen. Richtinggevend daarbij was de constatering dat de taal- en letterkunde van het Nederlands decennia lang een eenheid hadden gevormd, maar dat de wegen van linguistiek en letterkunde inmiddels zo ver uit elkaar waren gegaan, dat een gemeenschappelijk platform voor beide discipines uit de tijd was. In de loop van 1994 werd besloten tot een tweeledige actie: De nieuwe taalgids en Spektator zouden met ingang van 1 januari 1996 samengaan om zich meteen weer te splitsen in twee nieuwe publikatiemedia voor de neerlandistiek: Nederlandse letterkunde en Nederlandse taalkunde. Beide organen vonden onderdak bij uitgeverij Martinus Nijhoff te Groningen.
Net als zijn twee voorgangers is Nederlandse letterkunde bedoeld als een podium voor de vakbeoefening in al haar vormen en facetten. Drie rubrieken bieden daartoe ruimte: artikelen waarin vakgenoten verslag doen van hun bevindingen, beschouwingen waarin recente publikaties over één bepaald onderwerp (dat niet exclusief op het terrein van de neerlandistiek hoeft te liggen) worden samengevat en geëvalueerd (Stand van zaken) en beknopte recensies van nieuw verschenen boeken (Kortaf). Ten slotte is er een vierde rubriek waarin gesignaleerd wordt welke neerlandistisch letterkundige artikelen in andere vaktijdschriften zijn verschenen (Periodiek).
Er is bewust gekozen voor het volledige spectrum van de Nederlandstalige letterkunde van middeleeuwen tot heden. Zonder ook maar iets te willen afdoen aan het belang van gespecialiseerde tijdschriften per periode is de redactie van mening dat de vakgenoten in binnen- en buitenland, of ze nu onderzoeker, docent of student zijn, belang hebben bij één gemeenschappelijk forum, al was het alleen maar om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de verschillende compartimenten van de letterkunde.
In plaats van te komen met programmatische verklaringen hebben de redacteuren van Nederlandse letterkunde gekozen voor een eerste nummer dat de lezers brengt naar het hart van de neerlandistiek: de werkplaats. De zes hier bijeengebrachte artikelen, afkomstig van de redacteuren, leggen verslag af van onderzoek dat nog volop in uitvoering is. Nederlandse letterkunde wil niet alleen een dwarsdoorsnee zijn van zienswijzen, methoden en periodes, maar vooral stimuleren tot deelname aan de letterkundige neerlandistiek in de volle breedte. Er wordt uitgezien naar uw bijdragen!
De redactie