Blok, P.J. Verslag aangaande een onderzoek in Duitsland naar archivalia belangrijk voor de geschiedenis van Nederland, 1886-1887. 's-Gravenhage, 1888. |
Boogman, J.C. ‘The Union of Utrecht: its genesis and consequences’. Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, XCIV (1979) 377-407. |
Delfos, L. Die Anfänge der Utrechter Union 1577-1587. Eine Beitrag zur Geschichte der Niederländischen Erhebung, insbesondere zu deren Verfassungsgeschichte. Historische Studien CCCLXXV. Berlijn, 1941. |
Duch, A. ‘Zur Beurteilung der Utrechter Union. Kritische Studie’. Archiv für Reformationsgeschichte, XLII (1951) 175-197. |
Gachard, L.P., ed. Correspondance de Guillaume le Taciturne, prince d'Orange, publiée pour la première fois; suivie de pièces inédites sur l'assasinat de ce prince et sur les récompenses accordées par Philippe II à la famille de Balthazar Gérard. 6 dln. Brussel, 1847-1866. |
Glawischnig, R. Niederlande, Kalvinismus und Reichsgrafenstand, 1559-1584. Nassau-Dillenburg unter Graf Johann VI. Schriften des Hessischen Landesamtes für geschichtliche Landeskunde XXXVI. Marburg, 1973. |
Groen van Prinsterer, G., ed. Archives, ou correspondance inédite de la Maison d'Orange-Nassau. Eerste serie (1552-1594) 8 dln. Leiden, 1835-1847. |
Groenveld, S. en H.L.Ph. Leeuwenberg, ed. De Unie van Utrecht. Wording en werking van een verbond en een verbondsacte. Geschiedenis in veelvoud VI. 's-Gravenhage, 1979. |
Haak, S.P. ‘Een verslag van den landdag te Arnhem in september 1578 gehouden’. Bijdragen en mededeelingen der Vereeniging tot beoefening van Gelderse geschiedenis, oudheidkunde en recht, XXX (1927) 219-223. |
Hofman, J.H. ‘Eed, door graaf Jan van Nassau als stadhouder van Gelderland afgelegd op maandag 2 juli 1578’. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, derde reeks IV (1888) 227-228. |
Japikse, N., ed. Resolutiën der Staten-Generaal van 1576 tot 1609. I. 1576-1577. II. 1578-1579. Rijks geschiedkundige publicatiën, grote serie XVI en XXXII. 's-Gravenhage, 1915-1917. |
Lenting, L.E. ‘De benoeming van graaf Jan van Nassau tot stadhouder van Gelderland’. Kronijk van het Historisch Genootschap, XX (1864) 82-111. |
Lenting, L.E. ‘Gelderland in betrekking tot de Unie van Utrecht’. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, nieuwe reeks IV (1866) 259-343. |
Meinardus, O. Der Katzenelnbogische Erbfolgestreit. 2 dln. Veröffentlichungen der historischen Commission für Nassau I en II. Wiesbaden, 1899-1902. |
Menck, G. ‘Qui trop embrasse, peu estreind. Politik und Persönlichkeit Johanns VI von Nassau-Dillenburg 1580-1606’. Jahrbuch für Westdeutsche Landesgeschichte, VII (1981) 119-157. |
Meij, P.J., e.a. Geschiedenis van Gelderland 1492-1795. Zutphen, 1975. |
Muller, P.L. en A. Diegerick, ed. Documents concernant les relations entre le Duc d'Anjou et les Pays Bas (1576-1584). 5 dln. Werken Historisch Genootschap, nieuwe serie LI, LV, LVII, LX en LXI. Utrecht, 1884-1899. |
Nijhoff, I.A. ‘Aanstelling van Jan graaf van Nassau-Katzenellenbogen, als stadhouder des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen’. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, II (1840) 49-69. |
Nijhoff, I.A. ‘Eerste handelingen van Jan graaf van Nassau-Katzenellenbogen, als stadhouder des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen’. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, I (1837) 104-144. |