Officieele gids voor de Olympische Spelen ter viering van de IXe Olympiade, Amsterdam 1928

[p. 29]

Openingsplechtigheid van de Olympische Spelen

De vorst of het staatshoofd, door wien de Olympische Spelen geopend moeten worden, wordt aan den ingang van het Stadion door den Voorzitter van het Internationaal Comité en door den Voorzitter van het Organiseerend Comité ontvangen, welke beide hunne collega's voorstellen. De beide Comités voeren den vorst of het staatshoofd met de hen vergezellende personen naar de eeretribune, waar hij begroet wordt door het spelen of het zingen van het nationaal volkslied van zijn land. Dadelijk daarna begint het défilé der mededingers, Iedere afdeeling in sportkleeding moet voorafgegaan worden door een vaandel, hetwelk de naam van het betreffende land draagt en de nationale vlag met zich voeren (de landen komen in alphabetische volgorde voor).

Aan het défilé kunnen slechts deelnemers aan de Spelen deelnemen, met uitsluiting van elke groep welke een doel heeft, dat niet in de lijn ligt van dat der Spelen.

Wanneer iedere groep het Stadion rond geweest is, komt zij zich opstellen op het middenveld, in rechte rij achter haar vaandel, terwijl de vlag naar de eeretribune toegekeerd wordt opgesteld. Het Internationaal Comité en het Organiseerend Comité plaatsen zich dan in een halven cirkel in het veld, vóór deze tribune, en de Voorzitter van het Organiseerend Comité treedt dan naar voren om het woord te nemen en houdt een korte rede, welke hij beëindigt door aan den vorst of aan het staatshoofd te vragen

[p. 30]

de Spelen te willen openen. Deze laatste staat dan op en zegt:: ‘Ik verklaar de Olympische Spelen van...., ter viering van de.... Olympiade, voor geopend.’

Dadelijk daarop klinkt trompetgeschal en het kanon dondert, terwijl de Olympische vlag aan de centrale mast wordt geheschen en tevens duiven worden opgelaten (elke duif draagt aan den hals een lint met de kleuren van een der deelnemende landen); daarna voeren koren een cantate uit. Indien een godsdienstige plechtigheid plaats vindt, moet dit op dàt oogenblik geschieden. Zoo niet, dan wordt onmiddellijk tot de eedsafname der athleten overgegaan. Een van hen, behoorend bij het land waar de Spelen plaats vinden, treedt naar voren tot aan den voet van de Eeretribune, waarbij hij de vlag van het land in de hand houdt en omringd is door de dragers van alle andere nationale vlaggen, welke in een halven cirkel staan opgesteld op de plaats waar eerst de Comité's zich bevonden. Hij legt dan met luide stem den volgenden eed af, waarbij alle athleten invallen onder het opsteken van de rechterarm: ‘Wij zweren dat wij ons als eerlijke mededingers voor de Olympische Spelen aanmelden en de reglementen, welke voor haar van kracht zijn, zullen eerbiedigen en op ridderlijke wijze aan de Spelen zullen deelnemen, voor de eer van onze landen en van de sport.’

Opnieuw doen de koren zich hooren, daarna heeft het défilé der athleten in tegenovergestelde richting plaats, om het Stadion te verlaten.

Daar de plechtigheid op deze wijze is beëindigd, kunnen de tournooien dadelijk beginnen, tenzij deze openings-namiddag niet gewijd wordt aan gymnastische oefeningen of aan een andere voorstelling.

[advertentie]