De familienaam Tusschans
W. Beele behandelde in een vorig nummer van dit tijdschrift de familienaam Tusschans (Naamkunde 31 (1999): 217-218). Hij heeft het over een zeldzame familienaam, die hij alleen maar uit mijn Verklarend Woordenboek kent. De naam is inderdaad zeldzaam, hij kwam eind 1987 slechts 22 maal voor, en alleen in de provincie Oost-Vlaanderen. In mijn woordenboek had ik bij gebrek aan oude vormen alleen maar een gissing gemaakt. Ik dacht inderdaad aan een weergave van Deschans, Deschamps. ‘Ten onrechte evenwel, zoals hij ondertussen zelf al wel weet’, schrijft Beele. Voor zijn bijdrage heeft W. Beele gebruik gemaakt van een excerpt dat ik hem zelf ter beschikking heb gesteld, nl. 1508 Johannes Tusgans Gandensis (zonder bronvermelding). De vindplaats is het Matricule de l'Université de Louvain. Een jongere vindplaats is: ± 1570 Pierre Tuscamps, Oudenaarde (Verheijden), die eigenlijk ook al aan Descamps doet denken. Maar de cluster sc/sk voor sg is heel gewoon, vgl. vlaschaard (dial. vlaskaard) uit vlasgaard. Ik had op mijn lijst met aanvullingen en correcties op mijn Woordenboek de verklaring voorlopig opengelaten, nog even wachtend tot ik er zekerheid over had.
Dat de familienaam Tusschans een zinwoord (Imperativname, Satzname) is, is duidelijk. Maar Beele wijst de betekenis ‘ganzenkoper’, waarbij gans lijdend voorwerp is van tuusschen, af als ‘niet plausibel, vooral omdat samenstellingen van dat type slechts zelden op een beroepsactiviteit wijzen’. Dat beroepsnamen in de vorm van een zinwoord integendeel talrijk zijn, blijkt spoedig als je even in mijn woordenboek grasduint: Billecocq, Borrewater, Borstlap, Bosshammer, Boudesocque, Boutefoy, Bridelance, Brismail, Broudehoux, Buysrogge, Clinckemaille, Copeland, Corcevay, Ferbu(s), Gadpaille, Gâteblé, Gâtebois, Hikspoors, Hurtecant, Kerfyser, Klinkhammer, Lockefeer, Luikfasseel, Nemegeer, Pelfrène, Pellemeule, Pilorge, Piloy, Poilvé, Raeckelboom, Ruythooren, Sacépé, Schauergans, Schauwvliege, Schelhaever, Schellebroodt, Schiettecat, Schnurbus, Spernagel, Sturtewagen, Taillebuis, Taillefer, Tobback. En ik kan er nog een voorbeeld aan toevoegen uit Beele 1975: 593: 1280 Tuckeram. In het Leuvense