W. Beele, De familienaam Buta(e)ye |
256 |
J. Devleeschouwer, Oudbelgische hydroniemen (I) |
176 |
M. Hoebeke, De romanisering in Zuid-Oost-Vlaanderen in de spiegel der plaatsnamen van dit gebied |
121 |
C. Marynissen, Een Oudengels -cin suffix? |
51 |
H.T.J. Miedema, De breking en zijn uitwerking in oudfriese namen met Briocht (naast Brecht) |
79 |
Idem, Het raadsel van de Oude Kwens |
99 |
J. Molemans, Profiel van de Kempische toponymie |
1 |
W.J.J. Pijnenburg, Het Corpus Gysseling |
171 |
A. Schrijnemakers, Problemen rond de plaatsnaam Venray (Ned. Limburg) |
105 |
Idem, Margraten (Ned. Limburg) |
113 |
A. Thiry, Naamkundig repertorium |
259 |
R. vande Weghe, Een halve eeuw Antwerpse huisnamen (1390-1440) |
183 |
M.A. van der Wijst, Doopnamen in Heerlen in de periode 1588-1798 |
242 |
J. van Loon, Leerwijk en Steenborgerweert. Noormannen en Leidenaars in de wordingsgeschiedenis van het Noordantwerpse Waterland |
139 |
R. van Passen, De vroegere huisnaam ‘De Vos en de Kraan’ te Waarloos |
89 |