woorden zoals het uitkomt. Er is een officiële en makkelijk te leren spelling. Prijzenswaardig is in dit verband een nog niet uitgewerkt Moetete-idee om bij wijze van ‘public service’ straks normaalbladen met de juiste Surinaamse spelling te verspreiden onder alle mensen en instanties die ook maar een keer Surinaams schrijven.
Nogmaals. Het is raadzaam om eerst voldoende te oefenen in het gebruik van het Surinaams. Men dient zich niet te schamen voor de uitspraak ‘Ik ken (nog) geen Surinaams......’
Tenslotte is jarenlang een distantie geschapen tussen de Surinaamse mens en de Surinaamse taal. Dooddoeners als: het Surinaams is geen taal, of heeft geen spraakkunst zijn drogredenen die moesten dienen ter vervanging van het niet meer houdbare ‘doe niet zo vernegerd’, en die ons nog in de oren naklinken. Filologen als drs. Hein Eersel en dr. Jan Voorhoeve, maar ook schrijvers als Bruma en Trefosa hebben afdoende afgerekend met deze blaka.
In onze ontwikkeling op het geestelijk vlak is de Surinaamse taal een groot houvast. Wij maken een ontwikkeling door, op zoek naar een eigen identiteit op alle vlakken van kultuur en geestelijk leven en steeds meer merken we, dat deze taal een van onze eerste gemeenschappelijke bezittingen is. Juist omdat die taal in ontwikkeling is bezit zij een grote kapaciteit om ook andere invloeden uit de Surinaamse samenleving op te nemen. Ik denk b.v. aan begrippen uit de Hindostaanse, de Javaanse en zelfs de Chinese kultuur die bijdragen aan het Surinaams taalbezit. En dit is dan geen zalf op de wonde.
Nu kan het dat het Surinaams taalgebied klein is, maar persoonlijk geloof ik dat het onze eerste zorg is bij te dragen aan de ontwikkeling van een taal die primair een optimale uitdrukkingsmogelijkheid is om te kommuniceren met elkaar, d.w.z. met Surinamers.