Aan den lezer.
NU de Hemel my rust verleend heeft, na een Oceaan van rampen doorgeworstelt te hebben, heb ik myne Vrienden, wien iets van myne Gevallen bekent waren, het vermaak niet willen weigeren, mynen Levensloop in publieken druk uit te geven.
Dit is de eenigste reden, bescheiden Lezer, die my bewogen heeft, mynen tyd tot het beschryven van myne Levensgevallen te besteden. Dragen zy alle uwe goedkeuring niet weg, en zyn de meeste daar van verwerpelyk in uwe oogen, zy kunnen u ten minsten leren, dat de Ondeugd zo afschuwelyk, als de Deugd schoon is.
Myn grootste zwak zult gy afgebeeld zien in myne menigvuldige Minnaryen, waar uit myne grootste rampen gesproten zyn. Voorwaar een leerzame schets voor u, om diergely-