Merlyn. Jaargang 1
(1962-1963)– [tijdschrift] Merlyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 82]
| |
Een zwart schaap onder de berenDe bewering dat de Nederlander zijn grote buitenlanders in de oorspronkelijke versie nuttigt, wordt - gelukkig - soms gelogenstraft door de vertaling van een belangrijke roman. Vooral bij franse boeken kan dat geen kwaad; wie denkt dat een nederlandse editie daarvan overbodig is, moet maar eens bij een litteraire uitgever in Parijs informeren naar de hoeveelheid exemplaren die hij in ons land kan slijten. Bijzonder veel deugd doet het daarom, in een zo wijd verbreide reeks als de Zwarte Beertjes van Bruna een vertaling van Sartre's La Nausée onder de titel Walging tegen te komen. Wie weet helpt zo'n hollandse uitgave mee, de betweterige superieurigheid te bestrijden, waarmee de man bij ons beoordeeld wordt. Van een lezer van La Nausée bijvoorbeeld mag men aannemen dat hij minder uit de hoogte zal zijn dan het koppel redacteuren van het Algemeen Handelsblad, dat onlangs een interview met Sartre in hun blad mocht afdrukken, en meer op de hoogte. De vertaling van La Nausée (‘bewerking’ staat er in het boek zelf) is van de hand van H.P. v.d. Aardweg, en de inleider prof. dr. E.A.D.E. Carp geeft aan zijn werkstuk dit judicium mee: ‘Een vertaling van Sartre's werk in het Nederlands zal de vertaler H.P. van den Aardweg ongetwijfeld veel hoofdbrekens hebben bezorgd. Men zal kunnen zeggen, dat hij er uitnemend in is geslaagd in woordkeuze en stijl de sfeer te schilderen, welke in de oorspronkelijke Franse taal onder de meesterhand van de schrijver dit boek heeft gemaakt tot een der meest beklemmende, welke de moderne literatuur heeft opgeleverd.’ Ondanks de op deskundigheid zinspelende slotfrase, ben ik zo vrij, met de professor van mening te verschillen. Naar zijn vertaling te oordelen kent de heer Van den Aardweg even weinig nederlands als professor Carp (maar die is als psycholoog een beetje geëxcuseerd), en van frans weet hij nog minder. Een lelijk oordeel. Ik zou tien pagina's Merlyn nodig hebben om het helemaal waar te maken, en laat het daarom bij een paar willekeurige grepen. Pagina 78 van de zwarte beer: dat ik een groot reiziger voor de Eeuwigheid ben, frans: devant L'Eternel, letterlijk: voor de Eeuwige, nederlands pendant: voor het aangezicht des Heren. Dus: fout in het frans, onvoldoende kennis van het nederlands. Zoals gezegd. Pagina 116: Aan het eind van een menu (déjeuner à prix fixe: 8 francs), staat in het frans 140 francs les 20 cachets, een aardige korting op collectieve maaltijden. Van den Aardweg vertaalt rustigweg 140 francs, 20 francs cachet (alsof er ‘couvert’ stond). Even verderop wordt céleri remoulade weergegeven door selderij of saus (die blijkbaar los geconsumeerd moet worden). Pagina 162: Bij een gesprek over een | |
[pagina 83]
| |
vroegere verliefdheid zegt de vrouw tegen de man: tu ne me troublais pas du tout, vertaling: Jij verstoorde mij helemaal niet. Betekenis? Pagina 163: Zij denkt evenals ik, in plaats van net als ik. En het ergste, omdat het een essentieel aspect van Sartre's denken betreft, een geval als dit (pagina 107): Ik keek onrustig om mij heen: er was het aanwezige, niets dan het aanwezige (frans: du présent, rien d'autre que du présent). Men zou zich kunnen voorstellen, dat Sartre's sleutelwoord présent, met zijn dubbele betekenis, niet meer weer te geven is in het nederlands. Maar wij hebben toch het woord tegenwoordig? Door zijn gemankeerde vertaling maakt Van den Aardweg de hele passage er om heen onbegrijpelijk - en niet alleen voor dít kernwoord en voor déze passage geldt dat... De hele ‘bewerking’ knettert van het onbegrip, van de eerste woorden tot de laatste. Ik zou honderden voorbeelden kunnen geven, maar na zes heb ik er al genoeg van. Overdreven? Spijkers op laag water? Het boek begint zó: Dit geschrift is gevonden... Het frans heeft: Ces cahiers ont été trouvés... Dus: deze aantekeningen etc. De eerste woorden! Tot de laatste: Morgen zal het regenen over Bouville. Sur Bouville, zegt Sartre in goed frans. Professor Carp zou verstandiger hebben gedaan als hij zich niet over de vertaling uit had gelaten. En Van den Aardweg had Sartre beter maagdelijk op Montparnasse kunnen laten.
J.J.O. |
|