Subsidies
Vlaamse schrijvers leven op krediet
Krijgen in Nederland ongeveer 200 auteurs een werkbeurs, in Vlaanderen waren dat er in 1995 om precies te zijn 79.
Het systeem in Vlaanderen heeft veel overeenkomsten met het Nederlandse. Zo is ook een maandbedrag het uitgangspunt, een fractie hoger dan het Nederlandse (81 500 frank tegen f 4300). Daar staat tegenover dat het gros van de Vlamingen het moet doen met drie tot zes maanden, terwijl er in Nederland 27 auteurs vallen in de categorie 8 tot 12 maanden. Paul Claes en Leonard Nolens zijn in Vlaanderen de twee enigen met acht maanden werkbeurs.
Een ander interessant verschil betreft de wijze van uitbetaling. Het ministerie van Kultuur en Brusselse Aangelegenheden betaalde in 1995 het complete bedrag pas op 28 december aan de schrijvers uit. Zij zien dat bedrag dus in de eerste dagen van het komende jaar op hun rekeningen bijgeschreven. Het betekent dat de Staat nog het gehele lopende jaar rente kan trekken van het geld dat zij aan de auteurs uit gaat betalen (die al die tijd hun brood, vlees en elektra op de lat laten schrijven). Zo dragen de auteurs een bescheiden steentje bij aan de delging van de staatsschuld die, zoals bekend, in België de hoogste van heel Europa is.