Deel VII, brief 2.
3426 B/191
H. HONIG
Uitgever.
UTRECHT, den 18/1, 1904
Kromme Nieuwe Gracht 36.
Mejuffrouw Virginie Loveling
Gent.
Geachte Mejuffrouw.
Voor eenigen tijd schreef ik U over een uitgaaf-plan, dat ik had met ‘Een Dure Eed’. Aangezien ik tot heden geen antwoord daarop van U ontving neem ik aan, dat mijn brief niet in Uw bezit gekomen is. Ik vroeg U in genoemd schrijven verlof een herdruk van bovenvermeld werk van U te mogen geven om 't te kunnen opnemen in een serie zeer goedkoope, doch goed uitgevoerde werken van Nederlandsche en Belgische (Vlaamsche) schrijvers. Met 't oog op de uiterst billijke uitgave, bedoeld om goede boeken te brengen in een kring van lieden voor wie de duurdere uitgaven om hun hoogen prijs onbereikbaar blijven, meldde ik U dat het honorarium niet hoog kan wezen en verzocht ik U of U genoegen kon nemen met een vergoeding enkel voor dezen druk van fl.50-. Aangezien mijn voorjaarsuitgaven reeds ter perse zijn en Een dure Eed na verkregen toestemming eventueel daarbij zou worden opgenomen, zou het mij hoogst aange-